2 9. Mn dhr. HERBERS. Uw antwoord op mijn vragen inzake de steunregeling heeft voor mij geen waarde. Wat de kwestie van de plaatsing van menseden aan den weg naar den Slaali- dam betreft, de menseden zijn naar mij toegekomen om daarover te klagen. Vier jaar geleden zijn de arbeidersafge vaardigden hier in den Raad gekomen, en wij nebben in die menschen vertrouwen gesteld. Drie jaar geleden werd door twee arbeiders-afgevaardigden uitgemaakt wie er bij de werkverschaffing zouden wor den geplaatst, maar dat heeft slechts eenige weken kunnen duren, want de wil lekeur was zoo groot dat men er tus- schen moest komen, anders waren er klap pen gevallen. En omdat ik nu die steunlijsten heb na gegaan, mag men mij geen verwijt maken. Ik heb er 11 ier de aandacht op gevestigd, maar zooals gewoonlijk sta ik ook thans weer alleen. Zoo mag het in den vervolge niet meer gaan. Bij de werkverschaffing wordt de een boven den ander gesteld. Ik ben oud en afgeleefd, maar ik verze ker U d at ik de laatste minuten van mijn leven daar nog op zal letten. dnr. DELHEZ. Mijnheer Swagemakers heeft vanmorgen gezegd, dat mijnheer Hel lemons en ik de werkverschaffing geregeld hebben. Ik geloof dat de Voorzitter vol doende uiteengezet heeft, dat dit niet zoo is, zoodat ik hier niet nader op behoef in te gaan. Wat betreft de beschuldiging van mijn heer Herbers dat ik teveel steun zou heb ben getrokken, ik heb mijn inkomsten steeds opgegeven, en sta ten allen tijde een onderzoek toe. dhr. HERBERS. Wat betaalt de Land arbeidersbond u voor het uitbetalen van de werkloozen dhr. DELHEZ. Daar hebt U niks mee te maken Ik zal me zoo noodig verant woorden tegenover B. en W. die verant woordelijk zijn voor de steunregeling, dhr. HERBERS. Dan bent ge wel gedekt dhr. DELHEZ. Mijn zaak is eerlijk. Ver der hebben mijnheer Swagemakers en mijn heer Herbers nog gesproken over onze werkzaamheden aan den weg naar den Slaakdam. Met die weg heeft het gemeen tebestuur of de agent van de Arbeidsbe- 46

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1935 | | pagina 86