2 G. ME! ,r,jci
ons onmiddellijk in verbinding gesteld met
den neer van Buitenen, den Rijksinspec
teur d er Werkverschaffing, te Breda. Deze
heeft.medegedeeld dat het contingent werk
loozen voor de werkverschaffing door
hem wordt vastgesteld, maar de aanwij
zing van de arbeiders die geplaatst zullen
worden, gescniedt door B. en W. En wan
neer nu mijnheer Swagemakers, als Wet
houder, daar zelf bij is, dan is hij ook
zelf de schuld dat de Kruislandsche ar
beiders ten achter zouden vallen. Dan
moet mijnheer Swagemakers zorgen dat
een betere verdeeling wordt toegepast.
Onze klacht is destijds wel degelijk on
derzocht, ik weet ook dat de Burgemeester
de Opzichter van de Oront Maatschappij
bij zich neeft doen komen, en dat ontsla
gen Kruislandsche menschen zijn terugge
nomen. j
Maar overigens is dit een zaak voof
B. en W. U moet daar in den Raad niet
mee komen aandragen, want U is er zelf
de schuld van.
dnr. SWAGEMAKERS. Ik bezie de zaak
als Wethouder zoo dat moet een ver
trouwenskwestie zijn. Het ligt niet op
mijn weg om te zien of alle werken de ver
deeling tusscnen Kruisland en Steenber
gen goed is. Daar moet nooit over ge
sproken benoeven te worden.
Twaalf jaar geleden neb ik over deze
verdeeling ook al gesproken; toen is er
verbetering ingekomen en nu de laatste
drie jaar ziet men dat ze de zaak weer
aan liet bedotten zijn.
dhr. van den BERGH. Dan hebt U ook
al drie jaar Uw plicht niet gedaan. B.
en W. zijn verantwoordelijk voor de werk
verschaffing.
dhr. SWAGEMAKERS. Ook voor de
steunregeling
dhr. van den BERGH. Natuurlijk, ook
voor de steunregeling.
VOORZ. Wanneer de heer Swagerua
kers zegt bij de werkverschaffing de zaak
niet in orde is, dan treft deze beschuldi
ging op de eerste plaats hemzelf.
De plaatsing bij de werkverschaffing
geschiedt door den Agent der Arbeidsbe
middeling, onder toezicht van B. en W.
en niet d oor den heer Delhez, zooals mijn
heer Swagemakers zegt. Wanneer de heer
Swagemakers op d eze plaatsingen hier kri
tiek wil uitoefenen, dan becritiseert hij
41