A
5
2 3. m
vastgesteld door den Minister. Daar kan
de Raad dus niets aan doen.
De opmerkingen van U mijnheer de
Voorzitter komen niet te pas. U moest
er voor opkomen dat de grootste werk
gever hier in de gemeente, niet door het
slijk wordt gesleurd.
U moet zeggen dat de Commissie voor
Openbare werken geen schuld heeft, dat
zou eerlijk zijn.
Als er geld gehaald moet worden, en
ik kom hier met bezuinigingsvoorstellen,
dan vind ik U steeds tegenover mij, dan
mag er aan Uw salaris niet gekomen wor
den.
De menscnen moeten dan tegen mij
worden opgdezet, en nier in den Raad
moet dan Herbers van alle kanten worden
aangevallen.
de VOORZ. Daar bent U zelf de schuld
van. Er is geen enkele vergadering of U
lanceert verdachtmakingen. Vandaag hebt
U nog niets anders gedaan.
dhr. van HOOIJDONK. Ik geloof dat
het nu toch wel d uidelijk is, dat ik me zoo
even niet verkeerd heb uitgedrukt, en dat
het slot dezer vergadering wel degelijk in
het teeken van de verkiezingsreclame staat.
Mijnheer Herbers heeft zooeven nog ge
zegd dat nij het initiatief heeft genomen
voor de werkverschaffing, de verbreeding
van |de haven. Dat is niet juist; dit _is
uitgegaan van Kostermans en van mij.
Als er hier om pluimpjes gevraagd moet
worden, dan wil ik er ook wel een hebben
Overigens geloof ik dat de kiezers hun
oogen wel zoo goed open zullen zetten,
dat ze een konijntje van een olifant weten
te onderscheiden.
dhr. DELHEZ. Ik wil nog even antwoor
den op de beschuldigingen van mijnheer
Herbers dat wij bevoorrecht zouden zijn
aan de werkverschaffing.
Ik zelf ben eerst 22 April tewerk gesteld,
en heb in totaal 18 dagen gewerkt. Dat is
niet meer, doch eerder minder dan andere
gezinnen met 3 kinderen. Kostermans is
heelemaal nog niet aan "het werk geweest
Nu ben ik op een morgen, toen "k op
het werk kwam, door een groote groep
menscnen aangeklampt, die allen moesten
worden teruggestuurd omdat er geen werk
voor hen was. Die menschen vielen mij
aan, en riepen „Waar blijft nu de werk
verschaffing Want als er iets niet in
37