8 2 3. ^E! ,fV,lï dhr. HERBERS. Mijnheer Kostermans zegt dal ik spreek voor de publieke tribune maar ik wil mij in mijn rechten als raadslid niet laten bekorten door mijn heer Kostermans. Overigens ben ik het eveneens met den heer van Hooijdonk niet ééns dat de laatste punten van deze agen da alleen verkiezingspolitiek zouden vor men. Ik kom daar later op terug. dhr. van HOOIJDONK. Ik geloof, dat al dikwijls genoeg is gebleken dat ik met mijn neer Herbers geen vier handen op één buik vorm. Ik heb juist uitdrukkelijk gezegd dat ik mij met het voorstel Delhez volkomen kan vereenigen. Maar ik blijf er bij dat deze vergadering een echte ver kiezingsvergadering is. dhr. DELHEZ. Maar dan doet U er toch ook aan mee. dhr van HOOIJDONK. Dat is waar. Hierna wordt z. h. s. besloten het voorstel van dhr. Delhez de goedkeuring van den minister van Sociale Zaken te vragen, terwijl B. en W. een raming der kosten zullen opzetten en deze in de eerstvolgende vergadering, vergezeld van een begrootingswijziging, ter tafel zullen brengen. 13. Verzoek van het lid Chr. Herbers, om te mogen spreken over Bouwverorde ning, streekplan, werkverschaffing, steun regeling en wat daarmede in verband staat. (Stukken no. 47.) VOORZ. Het is nu bijna twaalf uur. Kan mijnheer Herbers misschien zeggen of zijn interpellatie lang duurt, anders gaan we eerst pauseeren. dhr. HERBERS. Ik heb deze interpel latie gevraagd om te spreken over doel einden waar ik anders geen gelegenheid voor krijg. Maar ik zal kort zijn, en ik ben ook wej^ bereid om er van af te stappen, als "U dat wilt. VOORZ. Ik vraag U niet om van Uw interpellatie af te stappen. Ik vraag al leen maar noe lang ze zal duren. Dan kunnen we ons zoo noodig eerst gaan versterken. dhr. HERBERS. Een interpellatie van mij duurt maar zeven minuten. Mijnheer de Voorzitter, Ik heb U verzocht over enkele aange legenheden te mogen spreken en ver zoek u beleefd mij niet te hinderen in 29

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1935 | | pagina 69