5 3 2 3. :tj ""S vergoeding in uitzicht was gesteld, welke tv, echter niet is toegekend. VOORZ. Tot goed begrip moet ik den -Raa<^ mededeelen dat aan Raaijmakers des tijds door een der ambtenaren een ver goeding is toegezegd. Raaijmakers heeft deze vergoeding echter nooit gekregen Dit in aanmerking nemende bestaat er bij mij geen bezwaar om thans aan Raaijma kers den gevraagden prijs te betalen. dhr. van LOON. De Commissie is daar ook niet tegen. Wanneer de opmerking van Raaijmakers juist is, bestaat er tegen betaling van den gevraagden prijs geen bezwaar. De commissie stelde de beoor deeling van dien prijs juist afhankelijk van de vraag of hem vroeger al dan niet een vergoeding was toegezegd. dhr. van HOOIJDONK. Daar de comm. van O. W. geen bezwaar maakt tegen den prijs, welken de heer Raaijmakers voor zijn grond vraagt, voor het verbeteren van de St. CorneliusstraatDaarentegen maakt de Comm. wel bezwaar tegen uitbe taling van het bedrag, dat hij van vorige jaren afgestanen grond nog tegoed had van de gemeente, wensch ik toch nog wat in het midden te mogen brengen. M. de V. Ik heb mij eens in verbinding gesteld met den heer Raaijmakers en die verklaarde mij, dat hij er niet van afziet van de gelden, welke hij van de gemeente te goed heeft. Nu is dat toch niet in den haak M. de V. dat de gemeente de gelden die een particulier te goed heeft maar niet uitbetaalt, dat is onjuist. Daarom zou ik de heeren willen ver zoeken d ie grond aan te koopen, en het tegoed ook uit te betalen daar die persoon toch die grond ook aan de gemeente heeft afgestaan. Daarom stel ik voor M. de V. in zoo verre afwijking van het advies van de Comm. die grond van W. Raaijmakers aan te koopen tegen den gevraagden prijs van f 2.(X) per M2. plus het geld dat hij nog van de gemeente te goed heeft. VOORZ. Toen destijds de weg over den Welberg verhard moest worden, zouden alle bewoners gratis hun grond beschik baar stellen. Er zijn zelfs menschen ge weest, die toezegden dat ze bedragen aan de gemeente cadeau zouden doen, als de verharding tot stand gekomen was. Zoo dra de Raad evenwel besloten had om tot 14

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1935 | | pagina 54