1 7. .DEC. !n3B zijn. Dit is niet juist, tenminste voor mij niet. Ik neb gezegd, dat men eerst in den Haag maar eens net voorbeeld moest ge ven om tot bezuiniging te komen, maar zoolang daar d e nooge salarissen niet worden verlaagd, wij er hier in de ge meente ook niet aan moeten beginnen om tot loonsverlaging over te gaan. Ver der h eb ik gezegd dat het niet zooveel uit maakt of iemand met f60 per week naar huis gaat of met f57, Ik zou dus die pas sage in het rapport geschrapt willen heb ben. Ik weet niet of de gemeente minder bezoldigt dan het Rijk of omgekeerd want ik ken de classificatie niet. Z. h. s. wordt hierna het voorstel der Commissie voor Q. O. met inachtneming van het gesprokene door den heer Herbers aangenomen. 7. Verlenging tijdelijke geldleening groot f25000, met de N.V. Nationale Maatschappij voor kasgeldleeningen. Z. h. s. wordt onder goedkeuring van Ged. Staten besloten deze leening rentende 4Va pet. te verlengen tot 30 Juni 1936. 8. Voorstel van B. en W. tot het toe kennen eener kerstgave aan werkloozen Het voorstel vanB. en W. luidt als volgt: Door den Minister van Sociale Zaken is goedgekeurd, dat ook dit jaar wederom aan ondersteunde werkloozen boven hun steunuitkeering een Kerstgave wordt toege kend. Deze Kerstgave mag "Bedragen 25 pet, van het bedrag hetwelk de betrokkenen over de week van 15 t/m 21 December a.s. aan uitkeering ontvangen. In de kos ten der verstrekking van den Kersttoeslag wordt de zelfde bijdrage uit het werkloos heidssubsidiefonds toegekend als in de overige kosten van steunverleening. De Kerstgave zal worden berekend naar de werkelijke uitkeering die de werkloozen over genoemde periode genoten. De Mi nister staat niet toe dat ook aan bij de werkverschaffing geplaatste arbeiders een Kerstgave wordt verleend. Ook aan degenen, die uitkeering uit hun werkloozenkas genieten kan eveneens de Kerstgave worden uitgekeerd, indien en voor zooverre zij aan kasuitkeering plus eventueele kastoeslag minder zouden ont vangen, dan aan steun plus Kerstgave zou worden toegekend, indien zij geen kas uitkeering ontvingen. 4 C O

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1935 | | pagina 167