1 2. NOV. I935 Over de houding en leiding van den Burgemeester tegen mijn persoon zal in het openbaar door mij niet worden ge sproken. De redenen daarvan zijn het ge volg van een bespreking tusschen Zijne Excellentie de Commissaris der Koningin en mij. Ter wille van de goede verstand houding in den Raad en voor 't algemeen belang zal door mij aan den wensch van Zijne Excellentie de Commissaris worden voldaan. Om bovengenoemde redenen zijn de wethouders ten zeerste verplicht hun me dewerking daaraan te verleenen, zij heb ben te waken dat alle verordeningen en besluiten door den Raad 'genomen en fot de compententie van Burgemeester en Wethouders behooren mede uit te voeren, de laatste jaren heeft dat tot mijn spijt veel te wenschen overgelaten, vertrouwen de dat zooiets in de toekomst niet meer zaï geschieden. Ook het maken van misleidende notulen moet tot het verleden behooren, met een »fetie goeden wil van de Raadsleden zelf, M- de |V. en vooral van de leden die vol doende onderwijs hebben genóten, kan aan dat euvel ook een einde worden ge maakt. Ir\ de Raadsvergadering van 29 Mei j.l. werd door mij een aanmerking gemaaxt op het uitgekeerde bedrag aan steungel den aan Raadsleden uitbetaald. Die mede- deeling werd heftig bestreden, zelfs ver scheen er in de plaatselijke Courant van 8 Juni j.l. de volgende advertentie Eerherstel De besturen van alle afdeelingen van den R. K. Landarbeidersbond „St. Deus Dedit", vernomen hebbende dat door den heer Herbers hunne medeleden Jac. Delhez en P. Kostermans zijn be schuldigd van onrechtmatig steuntrek- ken en bij de Justitie aangeklaagd Vernomen hebbende dat net onder- zoekdoor de Justitie heeft uitgewezen, dat Delhez zoowel als Kostermans vol komen onschuldig zijn, brengen aan genoemde leden openlijk eerherstel. Tot mijn leedwezen moet door mij worden erkend M. de V. in geval dat on derzoek werkelijk door de Justitie heeft plaats gehad, ik geen hooge dunk van een dergelijk onderzoek kan hebben, temeer daar Tiet raadslid Herbers in dit gevai weer in het gelijk moest worden gesteld, hetgeen den Heer Kostermans het beste aan den lijve zal ondervinden. Ik stond dan ook verbaasd, M. de V., over die advertentie, temeer daar door mij altijd 5 '}Q

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1935 | | pagina 140