7
2 Q, FEq.
en onbeschoftheid van toon van den heer
Herbers niet verder zal ingaan.
dihr. THEUNJSSE. Mijnheer Herbers
zegt dat de notulen die hier worden ge
maakt misleidend zijn. Dat is een l>elee-
diging voor den geheel en raad, want de
raad heeft die notulen goedgekeurd.
'Wanneer de heer Herbers de salarissten
van ihet gemeente personeel wil gaan verge
lijken met die van het spoorwegpersoneel
dan durf ik die vergelijking aan. Zelfs als
het waar is wat mijnheer Herbers voor
leest, dat de salarissen van liet «spoorweg
personeel met 40 pet. zijn verminderd dan
zult tl zien dat de salarissen van de ge
meente-werklieden nog ver beneden dié
Van de spoorwegarbeiders staan.
dhr. HERBERS. De beleedigingen die
U me naar het hoofd hebt geslingerd dat
is de oorzaak van Uw houding. Wat be
treft mijn aanmerkingen op de notulen
als ik reeds tevoren weel dat een gezonde
opmerking van mij zal worden tegenge
werkt, dan valt toch de geheele homogemi
leit van den Raad weg. Dat blijkt wel juif
hetgeen dhr. Theunisse hier naar voren
brengt.
Ik zou deze wel eens willen vragen,
wat hij zou zeggen, als hij in mijn geval
verkeerde.
Als men hier zit en men wil maar niet
steeds op alles en nog wat ja" knikken
dan moet men op alle mogelijke manie
ren worden gedwarsboomd, en verneiderin
gen en beleedigiingen ondergaan. En ik
herhaal hel ,De notulen die destijds hier
zijn gjemaakt zijn misleidend". Daar blijf
ik bij, al staat er een heel regjiment hu
zaren voor me.
VOORZITTER. Uit een riool komt nim
mer helder water!
dhr. THHUNISSE. Als mijnheer Her
bers denkt dat ik hier zit om JA te knik
ken,dan heeft hij "t mis. Ais U de notulen
nagaat van den tijd gedurende welke ik
hier in den Raad zit, dan zult II kunnen
zien, dat ik me niet bij alles wat het Da
gelij ksch Bestuur naar voren brengt neer
leg. Maar als ik mij tegen een voorstel1
verzet, dan wil ik dat doen op een pas
sende wijze.
dhr. HERBERS. U hadt buiten stem
ming moeten blijven over die notulen.
Het schrijven van Ged. Staten wordit
vervolgens naar de Salaris-Commissie ge-
renvoyeerd.
i. VERZOEK van Ant. Machielseu
e.a. om de Oudlandsche straat
van eleetriciteil te voorzien (Stuk
ken no. 5.)
dhr. van HOOIDONK Verschillende men