6 2 0. \t i tenaren ver mit boven de salarisven in het particuliere bedrijf. Ik beweer, dat iemand van de hoogere Salarisklasse, met een zelfde salaris als 3 a 4 jaar geledein!, thans tot Kapitaalvorming lean overgaan, en dat in een tijd dal vrijwel iedereen zijn inkomen sterk beeft zien dalen, en velen de grootste moeite hebben om hun belas tingpenningen bij elkaar te krijgen. |M. de Voorz. ik vond hel billijk dat de ambtenaars-salarissen in 1915—1917 ver hoogd moesten worden. Thans vind ik het ook niet meer dan billijk, dat dij» salarissen nu. verlaagd worden, en dan progressief, omdat mijns inziens iemand meteen salaris van f 5000 en meer pro- oentsge wijze meer moet bezuinigen dan iemand met een inkomen van f 1000.— Ik wil er nog op wijzen dat Gemeente Salarissen van f 1500,— in 1914 thans bedragen f 3500,— en zoo vervolgens in oploopende lijn men zal mij moeten loe geven dat deze verhoogingen niet meer in vergelijking staan tot de indexcijfers. Bij de behandeling; van het agendapunt Salaris verlaging" za 1 door mij een voor stel ingediend worden dat neerkomt op een gemiddelde salarisverlaging van 71/2 Ik wil thans niet meer terugblikken in liet verleden der Gemeentezaken, vértrou wende, dat elk Raadslid in het afgeloopen jaar en door de ingediende begroeting 1934, meer en meer tol de overtuiging ge komen zal 'zijn, dal het zaak is on//; oogen niet te stuiten voor den ernst der tijden, daarbij bovendien in aanmerking te nemen, dat wij als Raadsleden dien. plicht op ons genomen hebben, de belan gen van alle belastingbetalers te behar tigen. In dit verband ben ik van meening dat thans de tijd gekomen is. dat het alig)e meen belang moet gaan VOOR het partij belang en dat het in strijd zou zijn me| de taak welke wij als Raadslid op onss ge nomen hebben bij het aanvaarden van "t Raadslidmaatschap. IJ hoort dus hoeren, dat zelfs de So ciaal-democraten voor bezuiniging op de salarissen gaan pleiten en als nu hier de arbeidersafgevaardigden achter hun or ganisaties blijven slaan, dan beteekent dat een ramp voor de gemeente. De heeren moeten dan bij de verkiezin gen ook maar eens zeggen, dat ze voorne mens zijn om voor die hooge salarissen te stemmen. Het is wel raadzaam dat de kiezers- zulks tevoren- weten. VOORZ. De heeren- zullen wel begrij pen dat ik op de Verregaande groflhekf 6

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1934 | | pagina 7