7 7 2 3 IWDT i 12 hel woord aan Ik heb nu vijf „Beleefd Verzoek ik U Ed. Achtb. mij in de eerstvolgende vergadering van den gemeenteraad' gelegenheid te geven tot het stellen van de volgende vraglen 1. "Wat wil de Commissie doen naar aanleiding van mijn voorstel tot het toe kennen eener verhoogde belooning aan de door mij opgegeven volontairs en ambte- naiien, voor door hen verrichtte werk zaamheden 2e. En wat is de reden dat mijn in October 1933 (dus ruim vijl' maanden ge leden; ingediend voorstel nog niet in be handeling is giekomen. VOORZ. Ik verleen jhi ervoor den heer Kostermans. tihr. KOSTERMANS. maanden geleden dat voorstel i'ngjèdiend dat rs toen verwezen naar de Salaris-Com missie. De Salaris-Commissie heeft het echter weer terugglezonden, en toen iï er een speciale commissie voor benoemd. Maar een rapport van de commissie is nog steeds achterwege gebleven. Wanneerer hier een voorstel van (led Staten komt, om een salarisverlaging in te voenen, dan zit de Commissie er direct op, en heeft ze in een handomdraai eeni rlapport klaar, ma,ar nu er een voorstel van mij is om zeer onbillijke toestanden op te h'effeu, nu hoort men niets van de Commissie. Mijn voorstel is nu al vlijt maanden in onderhoek, en gedurende al dien tijd laalj men de mensehen maar gr a tis werken. Die ambtenaren prestoeren diensten zonder dat ze er een cent voor betaald krijgen. Ik moet zeggten dat de Commissie bui tengewoon laksch'. is. De ambtenaren worden hier de slacht offers van den volksmond. Hier in den Raad li'ooren de ingezeile nen steeds maar roepen over die grootje tractementen welke de ambtenaren zou den opstrijken, mgaar de mensch'en moe ten ook maar eens weten dal er dierkop de secretarie ambtenaren zitten va,n 21 jaar, 26 Jam- en 30 Jaar die respectieve lijk f300 f500 en f800 of f 900 ver dienen. Daarvoor moeten die mensch'en werken liet is werkelijk treurig, en h'e\t is een schande voor de gemeente), dat hier zoo gespeculeerd wordt op de werkloosheid onder die menschen. Nu is er hier wel eens op gewteizen dat die personen hier zijn om hun vak te leeren. om zich te bekwamen voor de toekomst. Maar waai- blijfd die toekoms-t Als er voor die menschep een toekomst

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1934 | | pagina 78