7 1
2 J! MOT "^°4
6
En of dil Voorstel liü uitgaat van B en
W. of van de finaneieele commissie, dat
blijft toch precies hetzelfde. Als de ar
beiders maar geholpen worden. Trouwens
iedereen kan toch Voelen dat B. en W
hier achter zitten.
dhr. DELHEZ De finaneieele Commis
sie heeft zich destijds zelf ook afgevraagd
of deze aangelegenheid wel tot haar com
petentie behoorden. We hebben échter
de zaak aangepakt, omdat het al zoo ge
weldig lang' gieduurd had, en het meer
dan tijd was om eens een definitief voor
stel in te dienen. Mijnheer Herbers stélt
de vraag Is er geld?" Ik zou mijnheer
Herbers willen vragen, was er in 1931
geld toen ik mijn voorstel deed om hier
de gesubsidieerde steunregeling van hét
Rijk in te voeren, en waardoor ik de ge
meente voor duizenden guldens kon be-
voordeelen. Toen is mijn voorstel hier
geweldig afgekamd, en van de eene ver
gadering' lol de andere aangehouden. Dil
heeft de gemeente ook véél gé ld ge
kost.
Nu is hier het verharden van die
wegen steeds maar tegen gehouden, maar
als we geen werkverschaffing' hebben en
«nkel steun, dan moet er voor die steun
toch ook geld zijn.
VOORZ. Mijnheer Herbers is begonnen
met op te merken dat dit Voorstel had
moeten uitgaan van Burgemeester en
Wethouders. Er is een tijd geweest dat
yrijwel alle voorstellen uitgingten van R.
en W., maar toen moesten de voorstellen
van de Commissies komen. Als B. en W
een voorstel deden, dan deugde er niets
van. En 'nu is het toch wel merkwaardig
dat juist degenen die vroegier het hardsit
riepen dfat de Commissie,s de voorstellen
moesten dfoen, thans hier komen be
weren dfat niet de Commissie maar ,B.
en W'. dfe voorstellen moeten doen
Maar dit meetait niet weg, heeren, dat
de Commissies de volle Vrijheid hebben
om hier die voorstellen te doen die zij
wenschelijk achten. Aai» die bevoegdheid
ga ik niet tornen.
D(e heer Herbers heeft zich in een
schrijven tot Burgemeester en Wethouders
gewend met de Vraag! of door liet voorstel
der finaneieele Commissie het aan "B.
en W. toegekende crediet komt te verval
len, en of dit besluit de goedkeuring' van
Ged. Staten zal kunnen bckjomen.
Hierop is door ons geantwoord dat "t
crediet ad f 25000 niet door het voorstel
der finaneieele Commissie vervalt doch
dat dit voorstel voortvloeit ti.it een aan
merking van Ged. Staten op de gjemeente-