/fa**
2 czc. im J 0
kingsperiode uit de werkloozenkassen
loopt reeds vanaf 1 December.
dhr. DELHEZ. Mijnheer Swagemakers
is er onherroepelijk naast, als hij spreekt
van een propaganda die wij hier zouden
voeren. Ik wil hem dat wel eens even
'aantoonen. In het begin van November
is door de Hoofdbesturen der Landarbei
dersbonden een verzoek tot B. en W.
gericnt, waarin gevraagd wordt om brand
stoffen toeslag, Kerstgave, werkverschaf
fing enz. Op 12 December is door B. en
W. daarop een antwoord verzonden, dat
ik nier voor me heb liggen. Het luidt
„Naar aanleiding van Uw nevenvermeld
verzoek enz. deelen wij U mede dat wij
aan het door U gevraagde zooveel moge
lijk zullen medewerken. Burgemeester en
Wethouders van Steenbergen enz."
Dat dient mijnheer Swagemakers toch
ook te weten U is toch ook lid van het
College van B. en W. niet waar Het is
dus geen verkiezzingspropaganda die wij
voeren door het aanvragen dezer spoed-
eischende raadsvergadering, want de zaak
zweeft hier al bijna twee maanden.
Wij willen de menschen helpen, dat is
alles, en nu kan ik me niet indenken waar
om mijnheer Swagemakers daar tegen
moet zijn.
dhr. SWAGEMAKERS. Ik ben er niet
tegen, alleen de wijze waarop tewerk
wordt gegaan acht ik niet juist.
dhr. van den BERGH. Mijnheer Swage
makers is er niet tegen, maar hij wil de
zaak op de lange baan schuiven zooals
hij dat al zeven jaar doet.
dhr. SWAGEMAKERS. Het gewone ver
loop voor de benandeling van een zaak
is
dhr. van den BERGH. Dat is nu voor
de derde keer dat nij weer van voren af
aan begint!
Het voorstel Delhez ondersteunt dooi
de heeren Kostermans, van den Bergh en
Theunisse wordt hierna z. h. s. aangeno
men.
Eveneens wordt z. h. s. besloten het
voorstel van dhr. Herbers om de ongeor
ganiseerde werkloozen die buiten hun
schuld niet georganiseerd zijn, een brand
stoffentoelage te verleenen ter naderé af
doening in handen van B. en W. te stel-
*3