O-/ iSO sb naalsk nas .nm 2 i ülC. 1034 vallen; misschien kunnen deze menschen ook nog wel eens geholpen worden, maar dat is dan een zaak die men streng dient s te scheiden van thans in behandeling a J zijnde voorstel. Mijnheer Herbers heeft ook nog ge- f sproken over menschen die vroeger een klein bedrijfje hadden, doch deze zijn thans voor het meerendeel georganiseerd; ze kunnen dit althans zijn. Van hieruit is al dikwijls gewaarschuwd, dat de menschen zich zullen organiseeren in een vakorganisatie met werkloozenkas. Degenen, die om welke reden ook niet georganiseerd zijn, en ten laste van de steunregeling komen, trekken meer dan de georganiseerden. Ik sta niet geheel afwijzend tegenover het voorstel van dhr. Herbers, maar we zullen zeer voorzichtig moeten zijn wanneer we het in de praktijk willen uitvoeren, en geval voor geval af zonderlijk moeten beoordeelen. dlir. MOORS. Ik zie in de voorstellen zeer veel goeds en als de mensciien zon der al te groote kosten voor de gemeente kunnen worden geholpen, ben ik daar ook direct voor. Er is hier gesproken over ge organiseerde en ongeorganiseerde werk- loozen, doch er zijn ook menschen die ge heel op de liefdadigheid zijn aangewezen. Komen deze nu ook niet voor een Kerst gave in aanmerking VOORZ. Uw opmerking getuigt van Uw goed hart, maar er zijn twee groote bezwaren aan verbonden. Op de eerste plaats weet men als men alle de door U bedoelde menscnen in de regeling zou wil len betrekken wel waar men begint, maar niet waar men eindigt. Met andere woor den, de gevolgen zijn dan absoluut niet te overzien. Ten tweede acht ik het niet onmogelijk dat Cied. Staten in dit geval de gelden niet zouden goedkeuren. dhr. MOORS. Ik geef toe dat het moei lijk is, maar ik meende deze opmerking toch te moeten maken in het belang van de vele noodlijdende ingezetenen. dnr. KOSTERMANS. Ik onderschrijf de woorden van dlir. Moors, maar ik wil toch opmerken dat voor deze menschen het Crisis-Comité wat kan doen. dnr. MOORS. Accoord, als ze maar wat krijgen. dhr. THEUNISSE. Mijnheer Moors praat eigenlijk de zaak wat voorbij. isrr. y. •i9<3

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1934 | | pagina 182