'V 2 i. DEC. 1034 hebben aangetoond, dat het wel degelijk een gemeentebelang is dat de arbeiders Jr zich organiseeren. dhr. THEUNISS. Uit de uiteenzetting J/' van dhr. Delhez blijkt dus wel duidelijk aat het gemeente-bestuur het op prijs moet stellen, dat de arbeiders lid iijn van een vakorganisatie met werkloozenkas. Ik heb het verzoek om deze raadsver gadering te beleggen niet onderteekend, dan nadat ik de gegevens die hier ter sprake zouden worden gebracht, volledig had bestudeerd. We wisten goed wat we deden toen we deze raadsvergadering aanvroegen, en uit de woorden van dhr. Delhez is wel duidelijk gebleken, dat wij niet alleen het belang van een bepaalde groep, maar dat van de heele gemeente hebben behartigd. Op de eerste plaats gaat het echter om de belangen van de arbeiders die hier op het spel staan. dhr. van HOOIJDONK- Ik wil dhr. van Loon wel inlichten voor wat betreft de R. K. Fabneksarbeidersbond. Ook hier betaien de leden een contribbutie waar van f0.30 per week wordt gestort in de werkloozenkas. Overigens zijn de ver houdingen precies hetzelfde ars dhr. Dei- hez heett aangegeven voor de landarbei ders. VOORZ. De zaak is dus deze dat een georganiseerde arbeider gedurende de 7 weken uitkeering uit zijn werkloozenkas minder ontvangt dan een arbeider die ongeorganiseerd is en uitkeering geniet ingevolge de steunregeling. Bovendien heett die georganiseerde ar beider 1/3 van hetgeen hij uit zijn werk loozenkas trekt zelt betaald. Naast de tegenstelling dat een onge organiseerde zelt niets betaald heeft en 'n hoogere uitkeering geniet komt nog te staan het teit dat zoo iemand de ge- meente ook meer geld kost en wel onge veer 50 pet. Voor de gemeente is het dus beslist van belang, dat allen die zich kunnen organiseeren, dat ook zoo spoedig mogelijk doen. De arbeiders die buiten de organisaties staan zijn te verdeelen in twee groepen en wei ten eerste zij die op grond van hun leeftijd niet meer in een organisatie kunnen worden opgenomen, en ten tweede zij die vroeger wel hadden kunnen worden opgenomen, maar toen weigerden, en nu niet lang genoeg georganiseerd zijn om voor een uitkeering in aanmerking te komen ot zij die vrijwillig nog steeds ouiten de organisatie blijven staan. Deze tweede groep is zelt de schuld ervan, als zij thans buiten dit voorstel

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1934 | | pagina 181