63
/yjf
2 1 NOV. 1934
hier hebben daar deze gemakkelijk naar
elders kan worden overgeplaatst. Wat
mijn stem betreft voor het uitbaggeren der
Kade werd door mij als een moreelen
plicht beschouwd. Als de heeren niet be
seffen wat moreele verplichting is geef in
hen in overweging, het Evangelie te lezen
van den 22ste Zondag na Pinksteren van
den H. Evangelist Mattheus het 22ste
Hoofdstuk het 15 tot 21ste Vers, dan kun
nen zij weten wat moreele verplichting is.
De geheele bevolking en zeker de arbié
ders klasse zullen nu wel inzien, dat men
yret d ergelijke afgevaardigde alleen ellende
tegemoet gaat. Hiermede heb ik gezegd.
dhr. THEUNISSE. Ik wil op het be
toog van mijnheer Herbers heel kort ant
woorden, ook met woorden ontleend aan
de Schriftn.l. „Vader, vergeef het hun.
want zij weten, niet wat zij doen
Hierna wordt overgegaan tot de artikels
gewijze behandeling der begrooting.
AFDEELING 1
GEWONE DIENST.
HOOFDSTUK I
(vroegere diensten.)
Wordt ongewijzigd vastgesteld.
HOOFDSTUK II
Algemeen beheer.
dhr. HERBERS. Volgno. 22. Reis- en
verblijfkosten f IOC) Ik geef het Dagelijksch
Bestuur in overweging om te bedenken dat
we in een slechten tijd leven. Als er een
dienstreis moet worden gemaakt is daar
niets op tegen, maar als het Dagelijksch
Bestuur zoo eens een middagje naar den
Bosch gaat en daar f5 verteert dan lijkt
me dat nogal veel.
VOORZ. Het reizen geschiedt in Steen
bergen steeds zoo goedkoop mógelijk.
dhr. HERBERS. no. 36. Kosten van ver
zekering tegen brand- en stormschade.
Hierover is al eens gesproken in de Com
missie voor Openbare Werken. Ik wil dat
tezijnertijd nog wel eens nader behandelen
Verder wat betreft de presentiegelden
voor het bijwonen van Commissievergade
ringen. Als hiervoor alle vergaderingen
worden afgeschaft kan ik mij er mee ver
eenigen, maar nu geschiedt de uitbetaling
niet zooals het behoort. Toen we vórige
week een vergadering van de Salaris-com
missie hadden, voor de bespreking van
20