A6M
/fjS
2 1 NOV.
maben eerst dan bezwaar als uit een inge
steld onderzoek blijkt dat bezwaar tegen
die uitkeering gemaakt moet worden. De
betrokken organisatie krijgt kennis van dat
bezwaar, in den loop van het jaar moeten
wij meermalen bezwaren maken. De betrok
ken organisatie beslist. En of nu bezwaar
gemaakt moet worden tegenover een raads
lid of tegenover een ander persoon staat
voor ons volkomen gelijk. Voor óns geldt
slechts de vraag of de uitkeering geschiedt
overeenkomstig het reglement, en wanneer
dat niet het geval is, geven wij de organi
satie daarvan kennis.
Het raadslid Herbers heeft het al meer
malen doen voorkomen alsof de gemeente
staat aan den rand van een faillissement
Ik kan verklaren dat trots hem de ge
meente vooreerst niet failliet zal gaan.
dhr. Herbers heeft het ook nog gehad
over vernederingen die hij te verduren
heeft gehad. Mogelijk spreekt hier het
geweten van dhr. Herbers en wanneer hij
nog verder een blik in zijn geweten slaat
en zijn geweten wat dieper onderzoekt zal
hij hoogst waarschijnlijk moeten komen tot
de bekentenis „Ik heb het er naar ge
maakt
VOORZ.
Als tweede persoon ontmoet ik bij de
algemeene beschouwingen dhr. Delhez, en
ik moet op den voorgrond zeggen dat ik
de redevoering van dhr. Delhez niet geheel
onderschrijf. Dat is verder iets dat onbe
sproken kan blijven. Ik heb echter een
punt uit diens rede aangeteekend, waar
ik toen speciaal op wil wijzen, en dat
heel -juist is n.l. „Men vult de maag van
den arbeider niet met verbittering."
Het is heel gemakkelijk verbittering te
wekken, maar heel moeilijk om verbittering
te voorkomen.
Het Gemeentebestuur heeft altijd alles
gedaan om verbittering te voorkomen, tot
mijn spijt moet ik er echter aan toevoegen
dat ik niet kan zeggen dat wij daarin door
alle raadsleden gesteund zijn. We leven
op het oogenblik in een zwaren en zorg
vollen tijd. en het toekomende jaar zal
bijzonder zwaar zijn. Wij mogen er op re
kenen dat de raadsleden hun medewer
king zullen verleenen aan de voorstellen
die B. en W. zullen indienen.
Het is heel gemakkelijk de voorstellen
van B. en W. te becritiseeren en af te wij-
18