59
/$)r.
2 fïOV. 1534
er
werkloosheid en ellende staat ons ar
beiders te wachten.
Daarom M.d.V. zullen wij in het nieuwe
begrootingsjaar blijven ijveren voor werk
verschaffing. en dan tegen een behoorlijk
Ook zullen wij ijveren voor een ver-
f betering van de steunregeling.
Laat er gerust er paar centen meer
bij de arbeiders komen, daarmee is ook
de middenstand gebaat. Het spijt me
zeer dat de Commissie voor Openbare
werken dit jaar de werkverschaffingsplan
nen zoo lang slepende heeft gehouden,
en ik hoop dat in den vervolge het
hart dezer Commissie wat warmer zal
kloppen voor den arbeider.
Wij arbeiders verlangen geen ^teun,
wij willen werken; werkverschaffing moet
er komen in de eerste plaats, en daarop
zal ons eerste streven gericht zijn. Dit
zijn niet alleen de klanken van de Steen-
bergsche arbeiders maar ze zijn reeds
eerder verkondigd door Pater Henricus
en in de Tweede Kamer door dhr. Aal-
berse.
M.d.V. Ik wil hiermede eindigen, en
de hoop uitspreken dat de Raad en
het Dagelijksche Bestuur de R. K. Land
arbeiderspartij zal steunen in de moei
lijke taak die zij in het laatste jaar harer
eerste zittingsperiode nog zal hebben te
vervullen.
dhr. THEUNISSE. Het is mijn ge
woonte niet om algemeene beschouwingen
te houden. Het is echter vermoedelijk de
laatste begrooting die ik hier zal helpen
behandelen. De tand des tijds heeft ook
aan mij geknaagd, en wanneer volgend
jaar deze zittingsperiode ten einde loopt
zal ik mij terugtrekken. Nu ik hier voor
liet laatste jaar zit, wil ik dhr. Herbers
die uitvoerige algemeene beschouwingen
gehouden heeft, en daar mijn naam noem
de wel iets zeggen.
De heer Herbers heeft mij een brief ge
schreven. Ik heb daarop niet geantwoord,
ik zal dhr. Herbers wel antwoorden als
ik het noodig acht.
Ieder kent de verhouding die hier in den
Raad bestaat tusschen dhr. Herbers en mij
Mijnheer Herbers wil mij beleedigen; hij
heeft dat zelfs gedaan in een vreemde taal
die li ij zelf niet verstaat. Ik begrijp echter
wel wat mijnheer Herbers daarmee voor
heeft. Hij bedoeld dat ik in Indië ben
geweest. Maar M. de V., ik heb daar een
eervollen staat van dienst. Ik ben wegge
i&rt**
15