17A
2 1 NOV. 1534
den den heer van Hooijdonk als Raadslid
zitting had, werd hem van de Secretarie
medegedeelt, daar de fabriek met s'teun
van de gemeente werkte het niet uitgeslo
ten was dat voor hem daar nadeelige ge
volgen konden uit voortvloeien. Of deze
mededeeling op zijn prestatie in den Raad
van invloed is geweest kan door mij en
mijn kiezerskorps het beste worden be
oordeelt.
In de vorige vergadering heeft den heer
van Hooijdonk duidelijk naar voren ge
bracht, de geest die in hem leeft en tevens
laten zien wat door hem als Raadslid kan
worden gepresteerd, en stemde voor alle
pensioenkorting.
Intusschen is den heer van Hooijdonk
tijdelijk werkloos geworden en wordt hij
nu naar zijn prestatie ook beschouwd
als een soort zondebok.
Wat doet nu het Gemeentebestuur van
Steenbergen Het Gemeentebestuur van
Steenbergen schrijft aan het bestuur der
fabrieksarbeidersbond, dat zij bezwaar ma
ken tegen uitbetaling van bondsgeld aan
dhr. van Hooijdonk, daar hij vrijwillig
werkloos is geworden. Zoodat het parool
is, u doet als arbeiders-afgevaardigde wat
wij verlangen, anders benemen wij uw
levensonderhoud.
Nu hebben de landarbeiders hun afge
vaardigden een mandaat in handen ge
geven om hun belangen in den Raad
te bepleiten. Wat is nu het geval M.d.V.
De arbeidersafgevaardigden van Steen
bergen stemmen lijnrecht tegen den wil
van hun kiezerskorps, zij stemmen voor
hooge uitgaven, voor behoud van hooge
salarissen en tegen alle mogelijke be-
zuiniginsvoorstellen door het Raadslid Her
bers aan de orde gesteld. Hoe kan dat
nu anders M.d.V. Uit bovenstaande is
duidelijk gebleken, wat daar de redenen
van zijn. Men behoeft daarom die men-
schen niet te verachten, \want ik geef
u de verzekering M.d.V. dat d i e men-
schen in hun geest mijn meening zijn
toegedaan, ai wii men dat met brute
aanvallen tegen mijn persoon trachten
te ontkennen. Als men in Steenbergen
als Raadslid op steun en werkverschaffing
van Gemeente wege is aangewezen, ook
zelf neringdoende, dan moet men door
dik en dun meegaan, met wat hen wordt
voorgelegd, om hun huishouden voor on
dergang te behoeden.
Waar blijft nu de evenredige vertegen
woordiging, M.d.V. i? Door een dergelijke
houding geeft' het toch den indruk, dat
10