148 ''{f7 1 Juli 1934 een imperatief pensioensver- haai van 10 pet. is vastgesteld, doch dat dit blijkens de verklaring van den Minis ter van Binnenlandsche Zaken nog geen loonsverhooging tengevolge behoeft te hebben aangezien het verhoogde verhaal op h et salaris kan worden gecompenseerd. Zulks is ook bij de ministerieele circu laire aan de gemeentebesturen medege deeld. De bedoeling van den Minister is ge weest om zoo veel mogelijk te komen tot een gelijkschakeling van de salarissen van Rijks- en gemeentepersoneel. Het uni forme pensioensverhaal is hiervan een uiting. Waar echter 1. de Kroon heeft ver klaard dat de salarissen van het ge meentepersoneel van Steenbergen van dien aard zijn dat zij niet voor verlaging in aanmerking komen en 2. de salarissen van dit - personeel ver beneden die van het Rijkspersoneel staan, daar is het dui delijk dat naar de bedoeling .van den Minister het verhoogde pensioensverhaal (wat in feite op een loonkorting neer korting neerkomt) op het salaris moet worden gecompenseerd. De hier aan het woord zijnde leden zouden het op prijs stellen [indien de salarissen van het gemeentepersoneel van Steenbergen werden gelijkgeschakeld met die van 't Rijkspersoneel, waarna onvoor waardelijk genoegen zal worden genomen met de volle pensioenskorting van 10%. Gewezen werd voorts op het feit, dat bij de aanvankelijke vaststelling der sala rissen is uitgegaan van een pensioens verhaal van 31/2%. Nu diet ingevolge de wet verplicht op 10 pet. wordt gebracht dient het meerdere verhaal ad 61/2op het salaris te worden gecompenseerd, in dien men de ambtenaren althans niet in hun salaris wil treffen. Ook het verschillend percentage van 6 en 81/2 %dat door de Salariscommissie wordt voorgesteld, achten deze leden tech nisch niet juist omdat alsdan de korting op de salarissen boven f 1600.- niet even redig is aan die op de salarissen be neden dat bedrag. Een beroep op de plaatselijke loonen in het vrije bedrijf gaat naar een der leden v an de vertegenwoordiging der or ganisaties niet op, omdat deze ivooral voor d e landarbeiders dikwijls reeds be neden het bestaansminimum liggen. Dit lid hoopte, dat liet gemeentebestuur niet op zoodanige bestaansvoorwaarden voor de gemeentearbeiders zou aansturen. Door een lid van de vertegenwoordiging van y "j ''Q*/ T!?^

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1934 | | pagina 149