2 1. MRT. 'n?3
31
rioolschiachten Sn het openbaar medet-
dcelingen te mogen doen liet woord.
dhr. HEBBERS. Op dei eerste plaats
verzoek ik, om: mijn advies dat ik destijds
aan de commissie voor Openbare Wjerken
hleb uitgebracht in de notuilen op te ne-1
men.
Dit advies J.uidt als volgt
In 1931 hleeft er eein besteding plaats
gehad voor levering van een partij riool
buizen, om in 1932 le worden geplaatst.
Voor die buizen waren noodig een zeker
aantal rioolsch/achten. om nu de kleine
Aannemers ter wille te zijn werden dezfe
benoodigde schachten in peroeelen aan-
besteed. Een diergelijke besteding had drie
maal plaats gehad, en iedere keer was
gebleken dat dien Aannemer Smits de min
ste inschrijver was. De hoeveelheid
schachten welke gemaakt moesten wor
den voor de aangekochte rioolbuizen
voor het dienstjaar 1932 was iedere Aap
nemer bekend, toch zeker ook dien Aan
nemer Smits. Toen de peroeelen bestedSng
driemaal had/ plaats gehad, heeft de Aan
nemer Smits epn verzoek gjericht aan
B. en W|. om de overige te maken schadh
ten hem ook op te dragen, wat in overleg
met de Commissie van Openbare Wjerken
dan ook is geschied. Voor het dienstjaar
1933 hleeft er wteer een Aanbesteding
plaats gehad van een zekere hoeveelheid
rioolbuizen, waar wjederom schachten
voor .noodig zijn. Hoe kómt de Aannemer
Smits er nu toe te beweren dat hij die
schachten ook moet maken In 1932 wa*
hem de hoeveelheid le maken schachten
die hem was opgedragen toch btekendi
Het valt wel niet te ontkennen dat dip.
man een groot huishouden heeft, en ge
knipt is voor dergelijke werken, en heil
niet zeker is wij goedkooper ziullen sla
gen. Maar zijn bewering is volgens mijn
bescheiden meening onjuist, en Wordt
als een truc beschouwd, wat in strijd' is
met mijn princiepe van rechtvaardigheids
gevoel. Daar volgens bestek de Aanne
mer Smits uitgesloten is om aan de in
schrijving deel te nemen, bestaal er geep
bezwaar door een wijziging in liet bestek
hem 'nog voor inschrijving in de gele ge r,»
heid te stellen. Ook bestaat er van mijn
zijde £een bezwaar als het DagelijjksjcSh
Bestuur hem dat werk opdraagt. mits dat
liet niet als verplichting, maar als eep
Gemeentebelang kan worden beschouwd
dhr. HEBBERS. Ten tweede ben ik
van meening dat liet maken dför riool-
schacliten aan niemand anders mag wor
den opgedragen dan aan Adr. do. Jong.
Ten derde moet ik hier sterk mijn