A 4 2 1. ,^3 11 dat de financieele commissie: dit ook eens ondter de oogen zou hebben gezien. d'hr. van den BERGH. De personeelfe belasting is verhoogd' geworden, omdat dtei inkomstenbelasting niet genoeg meer opbracht. Wanneer men d'e verhoogde belasting handhaaft, bestaat het gevaar d'at in de buiten-café's die biljarten zul len verdwijnen. W!iji arbeiders hebben toch ook wel recht om als ontspanning eens een partijtje, biljart te spelen ik doel hier nog niet op mezelf, want Zelf kom ik zoo goed als nóóit in een café. VOORZ. U moet niet gaan generaRsiee ren. Want ik zou l' van buiten-café'is cij fers kunnen noemlen, die Uw standpunt perdier zwakker maken, dan goed: doen1. Ik zal de laatste zijn. om te zeggen da1 een arbeider niet het recht heeft om bij wijze van ontspanning een partiji biljart te spelen, zoo goed als ieder ander, mfaar we moeien hier ook letten op de| financieele gevolgen voor de geuueelnté dhr. van BEUGEN, merkt op dat toes vorig jaar op het verzoek der café-hou ders geadviseerd werd, De personeelé be lasting 100 opcenten lager was. Spr. blijft bij het advies der Commissie. dhr. van LOON. Het is misschien moge lijk d'at de beslissing nog een vergadering word't uitgelsteld, en dat aan hfet rapport wordt toegevoegd een, beschouwing van d'e financieele gevolgen voor de gemeénté Wanneer de belasting zoo hoog wordl dal do caféhouders liever de biljart opruimen, kunnen we zeggen ons economisch' maxj mum te hebben overschreden, en dat is' ook verkeerd. Dieze beide dingen moe tóp we wel tegen elkaar afwegen, en tiaar om wil ik het voorstel d'oen de besiisfsiing aan te Jioud'en Lot de volgende verga dering. dhr. van BERGEN. Ik wil alleen dhr. v. Loon nog opmerken d'at een verh'oóging d'er belasting dit jaar voor de gemeente' geen finantieele nadoelen met zich bréngt omdat de nieuwe verordening eerst voor 1934 van kracht kan worden. dhr. THEUNISSE. Ik wil ter verdui delijking nog even zeggen dat mijn op merking aan het ad'res van den heer Swa- gemak|ers, d'at hij den reinsten onzin Ver kocht, niet sloeg op zijn zienswijze in deze zaak, maar alleen dat hij die finan cieele commissie iets in de schoenen wil dé schuiven wat niet tot haai- taaie be hoort. Ik ben nu 72 jaar (en voel cr niets voor om nog vóór jurist te gaan stat d'eeren. d'hr. v. NIEl'WENH.UIJZEN acht hef vrijwel onmogelijk dat de Commissie d|e

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1933 | | pagina 45