1 3. DEC
9 1 fi
0. IC;3
oe men de zaak ook bekijkt, daaraan valt niet
te ontkomen. De vraag is slechts op welke
wijze kost het de gemeente geld. Ér staan
twee wegen open en wel ten eerste steun, en
alsdan krijgt de gemeente niets voor haar geld
terug, enten tweede werkverschaffing waarbij
de gemeente toch altijd nog propuctief werk
verricht krijgt.
Mijnheer Herberszegt„De belasting mag
niet verhoogd worden" en ik zeg het met
hem, maar nu moet er geld komen om de
werkloozen te helpen, en waar moet dat van
daan komen Zonder geld kunnen we de men
schen niet helpendaar is niets tegen te doen.
VOORZ. Het is altijd beter dat de menschen
werk hebben, dan dat ze steun trekken moe
ten.
dhr. van LOON. Als het mogelijk is. Werk
verschaffing kan ook te duur uitkomen.
VOORZ. Het beste lijkt me dat deze zaak
ter nadere afdoening in handen van Burge
meester en Wethouders wordt gesteld, die
met de Commissie voor Openbare Werken en
de Commissie voor Werkverruiming nader in
overleg zullen treden.
dhr. DELHEZ. Het spijt me zeer dat de ob
jecten van werkverschaffing die de Commis
sie voor Werkverruiming heeft voorbereid
hier niet eerder ter tafel komen. Ook spijt 't
me dat de minister afwijzend heeft beschikt
op het verzoek van het gemeentebestuur om
voor de georganiseerde werkloozen rijkssub
sidie op een toeslag op de uilkeering uit hun
werkloozenkas beschikbaar te stellen. Geor
ganiseerde werkloozen worden door den
minister achtergesteld bij de ongeorganiseer
den. Ik hoop nu maar dat het gemeentebestuur
niet het voetspoor van den Minister zal zor
gen en bij de werkverschaffing den voorrang
zal geven aan de georganiseerden. Overigens
vallen mij de objecten van de Commissie niet
bijzonder mee. Er is volop werk zonder dat er
materiaalkosten aan behoeven te worden be
steed. In den Oost en Westgraaf Hendrik pol
der is nog volop te doen, als we van dien kant
maar wat medewerking hadden.
VOORZ. Ik kan U niet toestaan dat U hier
interne aangelegenheden van andere open
bare lichamen bekritiseert.
dhr. DELHEZ. Ik zeg dit omdat ik de zaak
wilde bespreken met den heer Moors die
Voorzitter is van Oost en West Graaf Hendrik
Polder
dhr. v. d. BERGH. Ik geloof dat het thans
zaak is om te trachten zoo spoedig mogelijk
13