17 9 OCT. !G33 14 O l. Bij die volgende verkiezing nut, moest en zon Herbers een beentje worden ge licht. 't Was al Lang genoeg mooi g|e- weest Daarom kwam men met het be- slU|it dat geen voorkeurstemmen mochten worden uitgebracht, en zoodoende was 't lot van de mensehen die de groep niet wilden steupen bezegeld. Zoodoende zou men mij de Raad iiebben uitgewerkt). Maar moest ik 'dan den Raad uit Moest ik ook zeggfen „Het raadslid Herbers deugt niet Wat had ik dan toch mis daan Ik ben toen met een vrije lijst ge komen. Maar alle mogelijke vernederin gen zoowel gjeestelijk als financieel heb ik toen moeten verdragen. Waarom is er toen niet aanstonds een onderzoek ing© steld naar de misstanden die ik signaleer-* de, en waarom heeft men dat eerst acht) jaar later gedaan. Toen hadden ze die fijne katholieke menschen eens een paar jaar logies op staatskosten moeien geven, en dan was er veel beroering voorkomen, kunnen worden. Alles wat nadien nog is voorgevallen had dan achterwege kunnen blijven. De Kiesvereeniging is echter verder ge gaan. Ze hebben iemand van boven de Moerdijk laten komen,; een zekere mijn heer Guit, die hier guitenstreken kwam< uithalen en fiet volk misleiden. VOORZ. hamert dhr. HERBERS. Ik was niet katholiek zei mijnheer Guit, omdat ik tegen het af staan van dien grond1 voor het H. Hart beeld had gestemd. Maar mijne heercta, zit ik hier nu voor het gemeentebelang' of voor het Kerkbestuur Ik twas aa,n mijn eed, waar ik daar straks al oiver sprak, ten volle verplicht om tegen het wegschenken van dien grond te stemmen, omdat ik van meening ben dat we dat terrein nog wel eens ergens anders voor kunnen noodig hebben. Zoo'n mijnheer van hoven de Moerdijk komt dan hier in Steenbergen de men schen eens vertellen dat het raadslid Her bers niet deugt. Die komt hier de arbei ders opruien en zeggen „Je moet voor die 'hooge salarissjen stemmen, anders gaat je eigen loon er ook aan." En waar om Allemaal' voor eigen portemonnaie. Zoo wordt hier het volk misleid. Hierbij zou ik het willen laten, alleen nog dit. Als ik vraag om nette menschen op mijn lijst te krijgen, dan durven ze niet, om dat ze gevaar loopen de gemeente uit te moeten of anders tot in den grond te wor den geruïnueerd. - Ik blijf trouw aan mijn eed, al dlenkt

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1933 | | pagina 180