k ^79 i js OrT r3 dte maatschappij 'de Tièlft van liet toege zegd nedrag wordt uitbetaald. Mede om- d'at de subsidie betrekking heeft op een vorig dienstjaar. dhr. THE,UNISSE. Mij bevreemt het schrijven van Ged1. Staten eveneens. Ged. Staten schrijven dat de gemeente zich tot den Minister van Sociale Zaken kan wen1 den om de werklooze tramwegarbeiders1 onder de steunregeling opgenomen te krij gen. 'Doch Gedl Staten schijnen niet te weten dat de Minister van Sociale Zaken, zich op het si landpunt stelt dat indien een arbeider nog een Steen heeft die zijn eigendom is, hij deze eerst moet hebben doorgeknaagd eer hij voor steun in aan merking komt. dhr. HE[RRERS. Is de gemeente volgens het schrijven van Ged'. Staten in gebreke gebleven met die steunregeling VOORZ. Er was don laatsten tijd een strooming gaande om de subsidie aan de tram niet uit tie betalen. Daarom heb ben wij met die uitbetaling voorloopig ge wacht teneinde den Raad uitspraak te laten doen. dhr. HEjRRERS. Dat bedoel ik niet. Zijn die menschen uitgesloten van steun. VOORZ. Dat is al lang in orde. Zoo dra de mogelijkheid bestond hebben we aanstonds de steunregeling voor het werk looze tramwegpersoneel bij den Minister aangevraagd. dhr. HERBERS. En wat de heer Delliez hier naar voren heeft gebracht, nou, ja dat zullen we maar over onzen kant laten; gaan. Ik heb wel zooveel eer en fatsoen d'at we een eenmaal genomen raadsbesluit moeten handhaven. Ik wil wel bezuinigen maar eerlijk. We moeten hier eerlijk zijn. dhr. van HOOIJDONK. Worden die menschen dus wel in de steunregeling op genomen VOORZ. Ja zeker. Daar hebben we zoo spoedig1 als zulks mogelijk was voor ge zorgd. Wanneer de Raad het besluit neemt en dat wordt later ingetrokken, dan wekt dat uiteraard bij Gjed. Staten be vreemding. Doch de steunregeling staat volkomen los hiervan. Hetgeen Ged. Sta ten (daarvan zeggen is slechts te bescliou wen als een aanvulling, op hun schrijven In jdal verband kan ik mij de bevreemding van Ged. Staten wel voorstellen. jdhr. van LOON. Ik geloof dat U de spij ker op den kop slaat. Ik meen dat de bevreemding van Ged. Staten ook wel eenigszins pitgaat naar de motiveering voor bet niet uitbetalen van de subsidie n.l. dat het personeel van de tram ten las te Van de gemeente zal komen. D|us dat j

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1933 | | pagina 173