ft O 3.30 n - 3. AUG. r 3 15 delijk met financieele moeilijkheden. Wan neer aan. de woningen die inn gebouwd worden over ot) of 60 jaar veranderingen moeten worden gebracht zullen die menj- schen ons nog vervloeken omdat er niets uit elkaar te krijgen js. jWe leven in een tijd van terugslag. De arbeiders zijn op> den steun aangewezen waarom moeten we duurdere woningen bouwen, terwijl de tegenwoordige wonilnl- gen toch ook zeer goed zijn. Wie wordt van dat alles weer de dupe De huurbe)- talers want de huren zullen weer omf hoog gaan. 1 De Raad moet nu eens verstandig zijn, j en aan Ged. Staten maar eens niededee. lien ^,J<jjk eens beteren, dat gaat nicty we zijn een plattelandsgemeente, en daar kpnnen we zulke voorschriften niet verf- werken." Dan moeten ze jn den Bosch maar eens zien wat we willen, dan zien ze tenminste dat wijzelf de zaak houdbaar willen houden. ISpr. noemt als voorbeeld nog een ver"-1- bouwing bij zekere de Weerd, die teniet zou moeten wordën gedaan als de verorde ning wordt aangenomen. Ik zal mij tegen deze verordening blijf- ven verzetten zoo lang ik bier in den Raad zit. dhr. DELHEZ. Ik heb het ontwerp1, van de nieuwe Bouwverordening eens ingezien, maar daar ik terzake geen des 'kundige' 'b'en, zal ik er niet veel over zeggen. Wel is mij opgevallen dat hier en daar bepalingen voorkomen die voor de arbeiders nogal drukkend zijn. Ik heb echter ons adviesbureau inlichtingen ge vraagd, en toen is me gebleken dat we hier voor een voldongen feit worden ge steld. Wanneer de Raad deze wijzigingen niet aanneemt zullen Gedeputeerde Stalen het wel doen. Deze moeten dan volgens de Woningwet advies vragen aan den Tnspeicl- teur van de Volksgezondheid, die misschien nog een toontje hooger zal zingen. Dit zal tot gevolg hebben dat de bepalingen nog worden verscherpt, en om dit' te voorkomen za! ik mijn stem aan het ont-i werp geven. Voor veel arbeiders zal de verordening vrij zwaar wegen, maar wan neer we met dit ontwerp niet meegaan, maken we voor hen de zaak nog moei lijker. Ik wil hier echter wel uitdrukkelijk zeggen dat ik het zeer toejuich dat in de toekomst niet weer met alle mogelijke minderwaardige grondstoffen enz. zal kun nen worden gebouwd. De menschen den ken dan dat ze een goedxoope woning heb ben, maar komen later nogal eens dikwijls bedrogen uit.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1933 | | pagina 131