- 8. MRT. 1932 dlir. DELHEZ. M. d. V., Ik zou gaarne nog iets willen vragen over de werkver schaffing. Zoo goed als alle arbeiders zijn thans uitgetrokken en zullen op de ge meentelijke steunregeling worden aan gewezen. We hebben nu, echter eenige geschikte objecten voor werkverschaffing Het bevreemdt me sterk dat nog steeds niet isi aangevangen met het uitdiepen der vesten, en den aanleg der rioleering. De gemeente heeft toch een officieele subsidietoekenning van den Minister Men deelde me reeds mede dat nog gewacht m,oet worden op de toestemming van Ge deputeerde Staten. Wanneer dit juist is, M. d. V., dan vindt ik de houding van Ged. Staten om zoo lang met liet verl.ee- nen van zoo'n simpele toestemming te wachten, terwijl hier zoo'n enorme werk loosheid heersdht, in een Wioord „onver antwoordelijk. We moeten dan tooh trach ten deze toestemming ten spoedigste te bekomen. Ik zou U daarom willen vra gen, nog heden een telegram naar den Bosch te sturen, en op spoedige afwer king aan te dringen. Er kan niet langer worden gewacht. Een tweede vraag M. d. V., wanneer wordt er begonnen met het uitdiepen der vesten Er heerscht nu Werkelijk een noodtoe stand en als Gedeputeerde Staten 'del zaak op de lange baan willen schuiven, moeten we daar niet in berusten. VOORZ. Een gedeelte van de straat is zooals U weet provinciale weg, en we mogen daarin niet zonder toestemming van Ged. Staten graven. Deze toestemming is door ons bereids gevraagd, doch nog niet verkregen. Ik zal deze aangelegenheid evenwei Donderdag a.s. met den Gom--1 missaris der Koningin bespreken, en vra gen om onmiddellijk te mogen beginnen. Hoever de Architect staat met de voor bereiding voor het uitdiepen van de Ves ten weet ik thans niet, maar ik heb ai gevraagd om met het uitdiepen van de haven aan te vangen. dhr DELHEZ. Het talmen van Ged. Staten is onverantwoordelijk. Ik zou de menschen hier wel eens te kijk Willen zetten, dan kunnen ze eens zien wiat er gaande is. VOORZ. Wij kunnen er ook niets aan doen, dat Ged. Staten niet eerder toestem miing geven. dhr. IIERBERS. De arbeiders-afgeyaar digden inbeten voor de werkverschaffing niet meer uitbrengen dan een advieis, en voor de rest er zich maar buiten houden; anders komen er ongeregeldheden. 59

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1932 | | pagina 84