42
WKÊKKf
C
- 8. MRT. 1352
18
.voor den Ned. R. K. Politiebond St. Mi
chael en Zwanenburg voor den Bond van
hoofden van Gemeentewerken.
De beide eerstgenoemde he er én wa
ren van meening dat van een vruchtdrag
gend overleg! geen sprake kan zijn. omdat
dc noodzaak van den voorgestelden maat
regel niet met cijfers werd gemotiveerd.
Een lid der Commissie meende met het
oog op den financieelen toestand der ge
meente op aanneming van het voorstel te
moeten aandringen, te meer waar ook
voor de Rijksambtenaren reeds oen salaris
korting werd ingevoerd.
Een ander lid, hoewel geen bcwonde-:
raar van liet voorste»! zijnde, verklaarde
zich toch met het oog op den financieelen
toestand der gemeente daarmee te willen
vereenigen, terwijl de minderheid in
dezen gedachten gang gevormd door het
derde lid de voorkeur gaf aan een pro
gressief verbaals tarief.
Tenslotte was de Commissie unaniem
van meening tot aanneming van het voor
stel van den heer Herbers te moeten ad-
viseeren.
dhr. HERBERS. Ik verzoek levens punt
13 der agenda „Verzoek van den heer
Chr. Herbers om te mogen spreken over
de leiding in de raadsvergadering, en de
notulen."
VOO BZ. Ik voor mij heb er geen be
zwaar legen dat U spreekt oVér de lei
ding in de raadsvergadering en over die
notulen, als U op de laatste maar geen
aanmerking maakt.
dhr. HERBERS. Wilt U me dan nood
zaken, om als ik hier geen gelcgeuheijd
krijg om mezelf uit te spreken, dat ik als
dan mezelf wend tot de plaatselijke pers
VOORZ. Wanneer U aanmerkingen op
efe notulen hebt, dan liadt U die binnen
14 dagen na ontvangst schriftelijk moeten
ïiTdienen.
Dat is een voorschrift van het Regle
ment van orde, en dat moet worden na
gekomen.
dhr. HERBERS. In de vergadering van
11 Februari 1932 is door mij gesproken
over mijn voorstel lot verhooging van de
pensioensbijdragen van 3i/2 tot 8i/2 pCt.
Nadat ik in eerste instantie had gespro
ken is door dhr. Kostermans direct gezegd
„De zaak behoort naar mijne meeningj
eerst in de Salaris-Commissie le worden
onderzocht, en de organisaties moeten
worden gehoord. Hierop is door den Vóór
zitter geantwoord „Wordt het voorstel
Kostermans ondersteund Dc heer van
Nieuwenhuijzen heeft gezegd „Ik acht
het niet gewenscht dit Voorstel naar de