1 4 DEC. ISD2
den raad de stukken niet inzien. Ik ge-i
loof niet dat dlit verwijt, op mijn persoon
van toepassingis, want ik ben gewoon,
om de stukken steedis te komen inzien,
üok ik ben steeds' tegen die belasting ge
weest. Ze wordt gelieven voor de riolee
ring. Men heeft gezegd „Bezuinigen doen
we niet, maar we gaan halen, wat er te
halen is Zoo'n redeneering iis niet cor
reet, want men gaat op de ingezetenen 'n
last leggen, die op den duur ondragelijk
wprdt. f
Tegen het aangaan van een geldleehing,
voor dit werk bestonden bij mij geen be
zwaren, maar nu men ineens' 1' 10.000 per
jaar er uit wil slaan, gaat men naar mijh
meening te ver. Zoo'n last kunnen de in
gezetenen niet meer dragen.
Ik 'heb de laatste vergadering deze zaak
gewoon langs me heen laten glaan, want
als ik hier zit te pralen en ik moet zien dat
er toch niets aan te doen is, dat men»locli
gewoon zijn g ang gaat, dan is er ook
hij mij de lust gauw ujt en dan laat'Sk het
maar gaan. Ik vecht toch tegen de bier
kaai.
Wat verder betreft het zien van tiet
stukken, den laatsten tijd komt er zooveel
dat men niet meer alles kan i nagaan.
De heer Swagemakers lieeft nn een goedé
studie gemaakt van deze zaak. en fit doe;
het weer van andere Ik sluit mij aan 'bij
den heer Swagemakers.
dhr. van den BERGH. Door deze ver
ordening wordt Kruisland onevenredig
zwaar getroffen, omdat ook de provinciale
wegen er bij getrokken worden. Iemand
die een rijwiel heeft moet toch reeds' weg
geld betalen, want de rioleering is' alleen
voor Steenbergen van belang. Daarom is>
het onbillijk deze belajsting ook voor
Kruisland te heffen.
VOORZ. Het IS niet onmogelijk dat bij
een deel van den raad de meening post
vat dat aan die verordening inderdaad on
billijkheden kleven. Ik wil daarom op de
eerste plaats mijnheer Swagemakers ant
woorden dat niet alleen "Kruisland mtaar
ook Steenbergen voor de gebruikmaking
der provinciale wegen moet 'betalen, zoo*
dat Kruisland niet onevenredig zwaar
wjordt gedrukt.
De Raad moet thans weten wat.hij doet
maar toen de rioleering werd aangelegd
was men reeds van plan voor het get>ru|ik
daarvan een belasting te heffen, waint Ier*
was geld noodig voor de uitkeerlng aan
de werkloozen.
Toen heeft de Raad zich met vrijwel
algemeene stemmen uitgesproken dat
deze belasting die hillijkste is.