It
li
i
I
M
13
I
II
1
■I
J
f;
'i
I
1 I
ii -
I
J. ."r:
'^-e^oc/r
1 1. FEB. I932
21
I
it'
't"
,3
3*1
it 1
HI
I
i-
"'v
r
v
m
O
buik moet zitten, plaatst mten het toch
niet in de lies1 of in de heupen.
Om ontsiering te voorkomen worden
deze ankers ingemetseld, iets wat met dé
goede grondstoffen die tegenwoordig wor
den gebruikt, zonder bezwaar kan ge
schieden. Maar de Gezondheids-Commissie
maakt weer bezwaar, en zoo worden de
mens'chen noodeloosi op kosten gejaagd.
Ik vind' dat hier veel te veel aan de
Gezondheids—Commissie wordt gevraagd
zoo was het toch ook overbodig om die
verordening op de heffing van kourloonen
naar die Commissie te zienden, en verder
wat hebben die ankers nu met de
volksgezondheid te maken
VOORZ. Wanneer ik Uw betoog goed be
grijp, dan doet U het uitkomen alsof Bur
gemeester en Wethouders er één buitén-
gewoon behagen in scheppen om alle mo
gelijke dingen naar de Gezondheids-Com
missie te sturen.
dhr. HERBERS. Ja, zeker wat betreft
die verordening op de heffing van keur-
loonen
VOORZ. Dan moet ik U toch opmerken
dat U er naast is, want artikel 14 der
Gezondheidswet zegt duidelijk dat het ad
vies der Gezondheids-Commissie moet wor
den ingewonnen ovter alle besluiten ra
kende" (dps niet „betreffende", maar
„rakende") de Volksgezondheid.
Wanneer wij een Verordening vaststel
len betreffende het afslachten van cada
vers1, dan is dat een zaak „rakende" de
Volksgezondheid, en moet dus de Commis
sie worden gehoord. Hetzelfde is het ge
val met bepalingen die afwijking van de
Bouwverordening mogelijk maken. We kun
nen daar nu eenmaal niet buiten, omdat
we de Gezondheidswet hebben na te
komen.
U kunt zich „deskundige" noemen, en ik
twijfel niet aan Uw deskundigheid. Maar
ik moet U toch opmerken dat ik juist de
grootste oneenigheid heb ontmoet onder
dezelfde soort deskundigen. Ik herhaal
„Wij hebben de voorschriften maar uit te
voeren die de wet ons geeft."
dhr. HERBERS. Dan moet de Verorde
ning worden gewijzigd, want zoo kunnen
we niet verder.
VOORZ. Onze bouwverordening heeft
destijds gegolden als een model voor an
dere gemeenten, totdat op een gégéVén
dag een gemeente een bouwVérordéning
vaststelde gelijk aan de onze, die totaal
werd afgekamd. Ik geef U in overweging
„Dient U Uw voorstel tot wijziging dei-
verordening schriftelijk in, en wel zoo
spoedig mogelijk."
dhr. HERBERS. Dat zal ik doen.