178 2 6. JUL. IP32 19 Ambtenaren van den Burgerlijken Stand waarover bij Uw nevensvermelde cir culaire 's Raads advies Werd gevraagd. dhr. HERSERS. Dat besluit is niet ge nomen. dhr. van LOON. De mededeeling die U aan Ged. Staten gedaan heeft verheugt me, maar mijnheer Herbers heeft gelijk dat een eigenlijk besluit niet genomen is. dhr. van NIEUWENHUIJZEN kan niet begrijpen waarom de arbeidersafgevaardig den zich zoo halsstarrig tegen loonsverla ging blijven verzetten. Wanneer men Uw eigen klasse-genooten spreekt aldus Spr. dan hoort men geregeld „Alles moet maar naar die pennelikkers". En hier blijven de afgevaardigden van die menschen zich juist tegen iedere loons verlaging verzetten. dhr. KOSTERMANS. Wij weten ook wel dat dergelijke dingen gezegd worden. Maar de arbeidersiafgevaardigden scharen zich achter hun leiders, en de leiding is nog steeds tegen loonsverlaging. Van hetgeen in den volksmond zoo hier en daar wordt gezegd kunnen de arbeidersafgevaardig den zich niets aantrekken. Wij richten ons naar onze voormannen. dhr. HERBERS. U hebt gezegd „Dan zullen We Gedeputeerde Staten daarméé in kennis stellen". Maar een besluit om dit te berichten is niet genomen. Men heeft in die vergadering doorgepraat, zon der een bepaald besluit te nemen, Want de voorstellen zijn verwezen naar het georganiseerd overleg. Nu ik gehoord heb wat aan Ged. Stalen isi geschreven wijzig Ik mijn voor stel in zooverre dat komt te vervallen 3 pCt. verlaging en stel ik alleen voor 81/2' pCt. pensioen te verhalen op de salarissen die door de Kroon worden vastgesteld. Wil U mijn voorstel in, omvraag bren gen. VOORZ. Het voorstel van dhr. van Loon isi het verststrekkepd en dit komt du;s eerst in stemming. dhr. MOORS. Ik heb me destijds uiige sproken voor een verhooging der pen sioensbijdragen die thans 3i/2 pCt. bedra gen met 5 pCt. al zoo 8y2 pCt. Maar gezien het feit dat ik gelöetfl heb dat de salarissen hier niet een verge lijking met die in andere gemeenten kun nen doorstaan, voel ik het als een ba zwaar om mijn zooeven genoemd stand punt te blijven handhaven. Ik ben er wel een voorstander van om hel geheele bedrag aan pensioen&iijdra gen door de ambtenaren zelf te laten jbp

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1932 | | pagina 179