176 17 sfJ i u, jul, Ik geloof echter niet dat U de zaak zoo somber; inziet. Mijnheer van Loon heeft zoo juist zeer terecht opgemerkt dat we de toekomst somber moeten inzien. Het Dagelijksch Bestuur moest dat toch ook willen beseffen, en moest er zeker in bérustén dat van die hooge salarissen wtet wordt afgedaan. Mijn voorstel blijft om van de salaris sen die door de Kroon worden gerlegjetd- 84/2 pCt. pensioen te verhalen en 3 pCt. 8te korten. |dhr. THBUNISSE. Ik herhaal dat ik nog niet de noodzaak van verhooging van het pensioensverhaal dus van salarisver laging inzie. dhr. van LOON. Mijn buurman had het zoo; juist over persoonlijke drlijïveeren die aan mijn voorstel ten grondslag zou den liggen. Ik zou daarvan wfel eens 'n nadere uitleg willen hooren. Ik zit hier. voor het gemeentebelang! niet voor, persoonlijk belang, of het be lang van een bepaalde klasse. ,11e aanhaling der levenskosten door dhr. Delhez1 zijn een bevestiging van het geen ik gezegd heb daaruit blijkt dat de prijzen der levensmiddelen inderdaad1 zéér zeer, sterk zijn gedaald. Een loonsverlaging vau 5 pCt. grijlpf dus niet in de bestaansvoorwaarden. Ik zou aan het Dagelijksch Bestuur nog dit willen vragen „Hoe luidde het ant woord dat door het Dagelijksch Bestuur aan Ged. Staten is gezonden." dhr, DELHEZ. Mijnheer van Loon heeft" zoo; juist een uitleg gevraagd van mijn gezegde dat persoonlijke drijfveeren bij dit pensioensverhaal een rol spelen, en dat wij daaraan niet meedoen. (Dit w"as niet op U bedoeld, mijlnheer van Loon. m'aar ik heb in de notulen ge lezen dat dhr. Berbers gezegd hjSefft dat het alleen een vete is, over één vroe ger gezegde, van den heer Theunissé, èn dat hij daarom met voorstellen tot pen sioensverhaal zal blijven terugkomen. (En dan vraag ik me toch af. „Waarvoor zitten wij hier eigenlijk. ZiLten wij hier om een persoonlijke kwfestie tussehen de heeren Berbers en Theunisse te helpen uitvechten of zitten we voor het algemeen belang dhr. HERBERS. Mijnheer de Voorzitter. U moet mijhheer Delhez tot de orde foe pen, Want hij praat hier uit de no tuien van 'hét Georganiseerd Overleg, en die zijh vertrouwelijk. Ik heb reeds gezegd dat ik in de no tulen niet veel vertrouwen istel, en nu

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1932 | | pagina 177