173 2 6. JUL, 1532 14 'gegaan, welke wettelijk vereischte déélén hunner rechtspositie reeds bij of krach tens de wet geregjaOLd zijln. Ten) aan'z|i/a»n» van de niet geregjelde deelén, zal dan 'n aanvullende regeling moeien worden ge troffen. In het algemeen reglement ter uitvoé- ri'ng van art. 125 komt daaromtrent als regel een bepaling voor welke voor de praktijk gelukkig gekozen mag worden ge acht. „Ten aanzien Va,n de personen om trent wier rechtspositie bij of krachlens de wet regelen zijn gesteld, is het réglé- ment Slechts v an toepassing, voor zoover het met die regelen niet in Strijd ;isl. Ten aanzien van den Secretaris', Ontvan ger en Ambtenaar van den Burgerlijken Stand regelt de Gemeentewet artt. 102 111 113 1(14 183 de aanstelling, schor sing, bezoldiging en ontslag. dhr. HEBBERS. Ik geloof dat U zich vergist. Ged. Staten hebben gevraagd, hoe, de Raad dacht over verlaging; der salaris! sen Ged. Staten hebben een vraag gesteld en wij! hebben geen antwoord gegeven. We moeten daarom nu een besl,ujt nemen want we zijn verplicht Ged. Staten te ant woorden. Dat ei'seht de beleefdheid reeds;. Wte moeten daarom Ged. Staten medied.ee len dat de Raad besloten heeft die salaf- risisen die door de 1 vroon worden vastge- gesteld miet 3 pCt. te verminderen en. Si/a pCt. pensioen daarop te verhalen. Dit besluit moet nu genomen worden, want Ged. Staten hebben pog steeds1 geen antwoord gekregen. VOORZ. Ik kan den |ieer llerbters me- dedeelen dat Ged- Staten wel degelijk lij dig antwoord heblben gekregen. WM d)e Raad besloten heeft is aan Ged. Staten medegedeeld. dhr. THEUN1SSE. Ik zal over dez|e zaak, waarover reeds zooveel gepraat is' niets meer zeggen. Ik geloof dat men mijn standpunt voldoende kelnt. De vorige vergadering is door mij' de vii'aag gesteld of de; circulaire van Ged. Staten, waarop hier teitkens een beroep wordt gedaan wel op Stejenbergen Van toepassing is. Mijn meejning is dat dit1 niet het geval is;," omdat de korting van 3 pCt. die Ged. Statein voorstellen door den zuinigen Raad van Steenbergen reeds lang wordt toegepast. En U hoeft mij' gezegd dat mijn meening juist is. Nu zegt mijn heer Herbers,, dat er nog geen antwoord aan Ged. Staten is gezonden, maar is dat wel juist, en was, het wel noodig om Ged. Staten te antwoorden op een cirou laire die niet voor deze gemeente géldt.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1932 | | pagina 174