163 2 6. JUL. r? 4 worden geheven, rekening' gehouden. lm mers mag worden verondersteld, dat in de meeste gevallen de draagkracht van den belastingplichtige ook voor een groot deel mag worden afgemeten naar diens on roerend bezit. dhr. van BERGEN. De 'financieele Com missie stelt nog voor om in art. 4 tu;s- sclhen 5 en 6 teen nieuw lid op te' nemen, luidende ..Wanneer zij1 alleen voorzien ïsi van van rioleering 4 pCt." dhr. MOORS. Ik vraag me af of het voorstel der financieele Commissie \vel op voldoende billijkheid berust. De rioleering brengt meer kosten met zich, dan de be strating, en daarom gaat een gelijk per centage (4 pCt.) hier niet op. VOORZ. Uw opvatting is toch niet juist. De rioleering, kost niet 'meer dan de be strating. Eerder is het 'tegendeel liét gé val, doch minstens zullen de kosten ge lijk zijn. Zon kostte b.v. de bestrating van het straatgedeelte van de N. H. Kjelrk tof het Postkantoor ongeveer f 10.000 Bestrating tegenover rioleering is niet goedkooper. dhr. van NIEUW|ENHUIJZEN. Ik had precies dezelfde opmerking als dhr. Moors Maar ik zou U bovendien nog willen vra gen, wat moet worden 'verstaan onder! „Bebouwde eigendommen met daarbij be hoorenide erven" in art. 3 VOORZ. Hieronder verslaat men het kadastrale nummer waarop het betrokken gebouw staat. dhr. v. NIEUWENHUIJZEN. En ver der, worden alle panden 'die aan een gé meenteweg liggen in de belasting betrok ken, dus ook die buiten de Kom! VOORZ. Ja. dhr. v. NIEUWENHUIJZEN. Dan kan ik me er onmogelijk mee vereenigen. Ik acht het onbillijk dat voor een pand, ger legen aan eerie reeds verharde weg 4 pCt. moet worden betaald. Wjanneer een weg wordt aangelegd, dan is1 het iets anders. t Er zijn echter verschillende wegen, waarvoor men zal moeten betalen omdat men er overheen rijdt, terwijl men eigen lijk betaald moest krijgen, omdat men er over heen rijden moet. I Doordat ook de ongebouwde eigendom' men worden getroffen, zal de geheeie gemeente in deze belasting worden betrok ken. Een percentage van 4 pCt. is zeker voor de buitenwegen veel te hoog. Hjel komt eigenlijk hierop neer dat de buiten, bewoners vopr een groot gedeelte mlolef

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1932 | | pagina 164