/rê 2 9. JUN. 1032 9 van de op 15 Juni op hun bedrijf ver»» zorgd wordende melkgevende koeien. Naar mij is mieegedeeld is zulks tot heden hier in de gemeente nog niet gebeurd. Wat i-s hiervan de oorzaak M. de V. VOORZ. De Minister wil hebtlinn dat wij de steungelden voor schieten, hetgeen onze kasmiddelen niet toelaten. We heb ben hiermede den Minister reeds in ken nis gesteld. v dhr. HERBERS. Alvorens advies wordt gegeven aan den Minister inzake die werk nemers, zou ik gaarne m de gelegenheid worden gesteld een en ander nader toe te lichten, tn den schoonmaaktijd zijn de vrouwen soms 8 dagen achtereen aan het werk, dan kunnen die werkzaamheden in het landbouwbedrijf toch niet gebeuren. U begrijpt dat VOORZ. Ik begrijp dat wanneer w)e niet goed uitkijken van de steunregeling een schromelijk misbruik wordt gemaakt, zoowel door werkgevers als werknemers. dhr. HERBERS. Wanneer een vrouw' gaat wasschen of schoonmaken dan wor den de verdiensten boven f 3 per week van de steun afgetrokken. Nu begrijpt U' als een vrouw in den schoonmaaktijd 8 dagen kan werken, en de verdiensten bo ven f 3 worden afgetrokken, dat zoo'n vrouw dan niet meer uit werken gaat. Het is onbillijk dat die verdiensten worden afgetrokken. VOORZ. Wat U daar aanhaalt is geen landarbeid We zullen het geval onder !de oogen zien. dhr. van HKJOIJDONK. Bij geruchte heb ik vernomen dat er binnen eenigen tijd geen geld meer zou zijn om de steun trekkers te betalen. 'Willen B. en W. den Minister spoedig hierop wijzen. dhr. HUIJSMiANS. Het bezwaar van den heer Delhez zal wej wieer gericht zljjrt legen de fabrieken. Ik geloof niet dat de landbouwers zooveel vrouwen en kinderen in liun dienst hebben. dhr. DELHEZ. De Chef-veldwachter en de Agent der Arbeidsbemiddeling heb ben gecontroleerd e(n zijn eveneens! tot de door mij genoemde ontdekking geko men. Ik ben geenzinsi te,gen den steun die aan de boeren word! verle.end, i,utegenf deel de arbeiders hebben deze slc,u,n stérk helpen bevorderen- Mijn bezwaar is alleen dat men de, man nelijke arbeiders' aan den kant laat staan, en vrouwen en kinderen in 't werk neemt. dhr. KOSTERMANS. Ik zou de werkge vers met name kunnen noemen die de vrouwen in het werk nemen en de man-

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1932 | | pagina 159