15 7
2 9. JUN. 1932
8
zullen zijn. Maar dan kunnen dez'e in
ieder geval worden onderzocht.
VOORZ. Die klachten zal men wel blij
ven vernemen, want ze zijn Veelal een ge
volg van het feit dat wegens gebrek aan,
geld aan veel aanvragen niet kan wor:
den voldaan.
dhr. MOORS. De bevoegdheid der finan
cieele Commissie is dan toch 'zeker "be
perkt tot de besteding van die gjeld^n,
die van de gemeente aTkomistig 'zijn.
VOORZ. Antwoordt bevestigend,
dhr. DELHEZ. M. de V. Het aantal
vrouwen en kinderen dat de laatste weken
in het landbouwbedrijf in loondienst Werk
zaam is overtreft het aantal 'mannelijke
arbeidskrachten. Deze laatsten komen
door werkverschaffing of steunregeling
ten laste der gemeente. Door de R(egöé'-«
ring wordt onder verschilljende vormen
steun verleend aan het laiidbouwJb|edrijf
zooals voor tarwe, vlas, bieten, en nuj
weer ingevolge de crisis zuivelwet. Bij
deze steunregeling zit de bedoeling voor,
dat de landbouwers nu een tóeerdejrje
werkgelegenheid zullen scheppen, doch
juist het tegenovergestelde is het geval.
Men laat vrouwen en kinderen werken,
en de volwassen arbeidskrachten, ook de
kostwinners, blijven van werk verstoken.
Het zou wel zeer gewenscht 'zijn, in
dien de aandacht der Rcgoering eens op
dit verschijnsel werd gevestigd, en ge
vraagd de steunmaatregelen voor den
landbouw zoodanig te stellen dat deze
steun ook aan de bestrijding der werkloos
heid ten goede komt.
Dit zou mogelijk zijn door het bedrag
van de steun afhankelijk te stellen van
het uitbetaalde arbeidsloon, aan manne
lijke arbeiders. Willen Burgemeester en
Wethouders zich hiertoe met de Regee,
ring in verbinding stellen
VOORZ. Ik heb reeds laten opnemen
in welke mate de vrouwlen- en kinder
arbeid zich thans in het landbouwbedrijf
voordoet, en In hoeverre hierdoor (aan
mannelijke arbeidskrachten de werkgele
genheid wordt ontnomen.
Ik had me eveneens reeefs voorgesteld
den Minister met het resultaat van dit.
onderzoek in kennis te stellen en te
verzoeken zijn maatregelen te nemen.
dhr. HlIIJSMANS Volgens een schrijven
van 11 Juni 1932 heeft de Minister aan
de Gemeentebesturen het verzoek gérichl
voorloopig uit de gemeentekas per koe en
per week f 0.75 uit te betalen aan de
melkveehouders. In verband hierinlede
zouden de melkveehouders worden opge
roepen ter Secretarie om opgaaf ie doen