144
- 7. JUN. 1932
29
sioen-verhaal, op de salarissen
waarover den. Raad geen medezeg-
ging&schap heeft, en los staat van
het georganiseerd overleg, en mede
in verhand, dat, door Ged. Staten
de meening aan de.n Raad hierover
is gevraagd. I
voel ik mij verplicht UEd. beleefd
te verzoeken mijn voorstel in de
^Raadsvergadering van 21 April j.l.
gedaan en door den heer van Hooij
donk ondersteund, in de eerstvol
gende Raadsvergadering aan de
Orde te stellen.
dhr. THEUN1SSE. Ik heb dat schrijven
van d'hr. Herhers bij de stukken aange
troffen. Dit stuk heeft mij verbaasd', en
toch ook weer niet verbaasd, omdat wij
op dit gebied van den heer Herhers zoo-
wat van alles kunnen verwachten. In de
voorlaatste vergadering heeft dc Raad met
meerderheid van stemmen besloten liet
voorstel van den heer Hcrtfjers te Ver
werpen. De eerstvolgende vergadering laat
men het zwaard van Damocles, wat hier
de ambtenaren isteeds boven het hoofd
zweeft weer eens een beétjé zakkón én
er komen weer een aantal nieuwe voor
stellen. Men beriep zich hierbij op een
circulaire van Gedeputeerde Staten. Doch
iemand die in de Nederlandsche taal een
brief kan lezen en begrijpen, weet ook
dat deze circulaire niet op Steenber
gen van toepassing is, omdat de korting
die Gedeputeerde Staten in 1932 voor
stellen door de zuinigheid van den Raad
van Steenbergen reeds sedert 1923 wordt
overschreden. De Voorzitter zal wel zoo
goed willen zijn te verklaren of mfijtae
opvatting al of niet juist is.
VOORZITTER, l'wc opvatting is inder
daad juist.
dhr. THEjUNISSE. Hierbij komt echter
nog dat een voorstel van verdere strek
king dan het voorstel van den lieer Her
hers bij de salariscomimissie is'en nu
gaat het toch niet aan om het rapport
van die commissie vooruit te loopen door
vandaag zoo maai* botweg voor de vuist
over een daartusschen geworpen voorstel
te beslissen. Mijnheer Herhers, die zich
zoo gaarne op het reglement van orde
beroept, isi nu toch zelf wel bezig om
de orde met voeten te treden. Naar mijn
bescheiden mcening doet de lieer Hér-
bers niet meer aan verlagingspolitiek,
maai* lijdt hij! aan loonsverlagingswoede
Mijnheer de Voorzitter, Mijnheer Tler-
bers heeft, als het over de loonen van
het personeel gaat in openbare vergade
ring, altijd, als het ware de gewoonte