122
7 'MN T2
7
Onze meening is echter dat niet be
neden f 0,24 per qur gewerkt kan wor
den.
VOORZ. Ik kan me met Uw voorstel
vereenigen. We zullen den Minister be
richten dat het contractueel uurloon Voor
deze gemeente f0,26 bedraagt, doch dat
er hier en daar wel lagfer gewerkt wordt,
terwijl het voorkomt dat een landbouwer
misbruik maakt van de tegenwoordige om
standigheden, door zijn arbeider beneden
contractloon te laten werken en zich ge
lijktijdig te doen melden voor werkloozen
steun, en dat voor zöo'n geval reeds
een vervolging is ingesteld
anr. HERBERS. Mijn meening is niet
dat de lage loouen het eerst moeten wor
den verminderd, maar dat mlet de hooge
salarissen enz., die in den Haag worden
genoten moet worden begonnen.
Als wij de menschen aan de werkver
schaffing hun loon willen laten behou-t
den dan zullen, er toch middelen moe -
ten worden aangewezen waaruit de gel
den kunnen worden geput. En juist daar
om heb ik gezegd dat het noodzakelijk is,
dal we tot s alarisvermindering overgaan,
omdat we anders die arme menschen
niet meer zullen kunnen helpen. De ar
beidersafgevaardigden hier in den Raad
zijn steeds miaar voor hooge salarissen,
maar ze moeten ook eens zeggen waar
liet geld vandaan moet blijven komen.
Op hel gezegde van mijnheer Koster
mans ga ik niet in, die begrijpt me niet
Maar we moeten den Minister wel de
gelijk mededeelen, dat wij1 als Raad van
Steenbergen van meenipg zijn, dat het
meer dan tijd wordt, dat eerst die hooge
salarissen eensi verminderd worden.
VOORZ. Als we in on-, antwoord aan
den Minister zouden zetten wal mijnheer
Herbers wil, <lan geloof ik dat de Minis
ter terecht ai* gauw zou antwoorden
„Raad van Steenbergen, Ge hebt U met
mijn zaken niet te bemoeien daarover
heb ik Uw meening niet gevraagd." Ik
voel er niets voor om zoo n brief naai
den Haag te Sturen.
dhr. van NIEUWENHUIJZEN. Ik kan
me ver©enigen met het antwoord dat
dhr. van Loon wenslcht te sturen maar
naar aanleiding van het gesprokene door
den heer Herbers, moet ik U toch op
merken, dat we naar mijn mteenirig voor
zich tig moeten zijn dat we de subsidie^
niet in gevaar brengen.
VOORZ. Wanneer dat het geval mocht
zijn, dan zullen we den Raad tijdig pp
de hoogte brengen.
Besloten wordt den minister te be>-