119 -7. JÜ;L i::2 verlagen, omdat de minimumgrens redds bereikt is. dhr. THEUNISSE. Ik ga in hoofdzaak volkomen accoord met de vorige spre kers. Ik sta er over verbaasd hoe de raadgevers van den Minister deze zoo danig kunnen adviseeren dat hij tot een dergelijke conclusie komt. Die raadgevers moeten toch wel allen praotischen kijk missen, want liet loon in de werkver schaffing is reeds zoodanig dat er geen cent meer afkan. Dat moet toch Voor iedereen duidelijk züjln. dhr. HER BE I1S. Tot mijn verwondering zie ik hier geen advies van Burgemeester en "Wethouders, 't Gaat toch niét aan, om zoo maai- tegen den Raad te zeggen „Maken jullie de zaak maar |Ujt Ik zou willen weten hoé het Standpunt Van B. en W. indpze iS. VOORZ. B. en W. hebben zich in deze van een advies onthouden, omdat zij den Raad niet willen beïnvloeden. Trouwens de Minister vraagt ook niet het advies van B. en W., maar van den Raad. dhr. HERBERS. B. en W. moeten steeds adviseeren. Daar wordt hier den laat sten tijd veel te veel van afgeweken. Dat is nummer één, en verder Als ik mijn principe naar voren moet brengen, dan zie ik dat het altijd weer de kleine man is, waarop men het wil verhalen. De hooge salarissen in den Haag worden niet verminderd. Als we zeggen dat we den Minister geen gelijk (geven, en het loOn handha ven, dan is daar niets' op tegen, maar wat zullen we dan krijgen In den Haag heeft men tegen de ge meente Steenbergen steeds hoog opgezien. Wat zal men er nu in den Haag van zeggen, als men in Steenbergen geen salarisverlaging wil toepassen. Het is heel g oed om geld uit te geven maar men moet toch ook weten waar men het vandaan moet halen. En als ik probeer om ergens geld te halen dan heb ik steeds de ar beidersafgevaardigden te gen me. En als Straks weer de men- schen op de tribune s'taan, moeten ze toch worden geholpen, en dan moeten wij weten waar we geld kunnen halen. Ik wil echter thans toonen dat ik mijn principe wel eens prijs wil geven, zoodra het de arbeiders betreft. dhr. KOSTERMANS. Mijnheer Herbers' zou de menschen willen laten werken, ten naastenbij kosteloos dan gaan de particuliere werkgevers vanzelf omlaag,

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1932 | | pagina 120