113 29 Ten aan wie V'OORZ. Ik ze? vragen lefle ik wil. MJijnheer Hellemons, wat is door U aan dhr. Herbers gezegd. dhr. HELLEMONS. Ik heb aan dhr. Herbers verklaard dat ik de mogelijkheid van een vergissing niet uitgesloten acht. Zoo staat het ook In den hri!ef dien U voor U heeft. dhr. HERBERS. Juist, en het mag niet meer voorvallen dat wanneer ik hier in den Raad probeer om zoo iets' herslteld te krijgen, me daarvoor de gelegenheid ontnomen wordt. VOORZ. Iedereen lean een vergissing be gaan. RONDVRAAG. dhr. van den BERGH. Ik zou U elven iets willein vragen over de uitbetaling van den kindertoeslag, is het mogelijk dat de menschen van Kruisland in de gelegen heid worden gesteld om gedurende die avonduren bij den veldwachter hun kinder toeslag in ontvangst te nemen. Voor zoo veel jglezinnen, met kleine kinderen is hel een groot bezwaar als op den dag de moeder weg mloet. VOORZ. Wanneer het mogelijk isi, zal ik aan Uw verzoek gaarne voldoen. dlir. van HOOIJDONK vraagt vergoe ding voor het gebruik van gereedschappen bij de Werkverschaffing. VOORZ. We zullen hierover den minis ter schrijven. dhr. DELHEZ. Wanneer ik het woord vraag over de werkverschaffing dan doe ik dat niet met de bedoeling oaf slecht»; kritiek te laten hooren. Ik ben e:r Van, overtuigd dat dit een van de mociliijkstq zorgen van het Gemeenlenestuur is. Hoe wel ik arbeidersafgevaardigde ben, wil ik hier nog niet door dik en dun alle werk loozen verdedigen. Helaas heeft ook hier de langdurige werkloosheid repds bij som migen een verkeerden invloed gehad. Maar wil ik U vragen M. de V., om wan neer U zich genoodzaakt ziet om| op te Ireden, en iemand naar huis te sturen, daarbij toch zooveel mogelijk clementie te betrachten. Want het zal steeds te be treuren zijn indien iemand wordt ge troffen die dat niet Ren volle verdiend; heeft. Het werk dat hier in wcrkverschaf fing van de meeste wierklooZen Wordt ge vraagd is „zwaar", en hot loon is zeer ,|laag". En nu zal de Voorzitter mij wel niet kwalijk nemen, als ik opmerk dat hljr op het gebied v*an grondwierk niet vol ledig deskundig is. Ik ben het zelf vol maakt met U eens dat er gewerkt moet worden, maar van den anderen kant moet

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1932 | | pagina 114