93
26 JUNI 1931
F!
{/ak&Z.
vat, en daarom wil ik hem wel eens
even Inlichten hoe daar de vork aan den
steel zit. De Rotterdamsche Wethouder
van financiën heeft de salarissen van het
trampersoneel aanzienlijk verhoogd, en
de tarieven v oor tram, waterleiding, gas,
electrknteil, reiniging enz. aanmerkelijk-
vcnaagd, omdat hij hierin naar be
weerd wordt een verkiezingsobject meen
de te zien. Dezen Wethouder is in den
Raad tevoren reeds door een Mr. in de
Rechten (wiens naam ik me thans met
herinner) gewaarschuwd. Hij 'had hier
Voor evenwel geen oor, en thans zit hij
met een debacle van f 660000. Maar Ged.
Stalen hebben ook ingegrepen en die-zen
Wethouder zoo goed als onder eurateele
gesteld. U ziet dus dat Rotterdam niet ten
voorbeeld mag worden gesteld aan Steen
bergen. Zoo is in Rotterdam de zaak ge-
isteld volgens de Maasbode. Maar wanneer
mijnheer Berbers in de Maasbode niet
thuis L-, dan kan ik het ook niet (helpen.
Het voorstel der Salaris-Commissie om
het besluit waarbij het pensioensverhaal
van 3i/2 op 81/2 pCt. wordt gebracht
te handhaven, wordt nu andermaal inl
b'tcmming gebracht.
Vóór stemden de heeren Berbers', de
Wit, Vogelaar en Swagemakers
Tegen de heeren Baselier, van Rergien>
Theunisse, en Moors.
Aangezien derhalve voor de tweede
maal de stemmen staken, wordt dit voor
stei geacht niet te zijn aangenomen.
3. BESLUIT TOT RUILING VAN
GROND IN DE KOMWEIDE.
In de vergadering van 20 Februari 1931
besloot de Raad tot ruiling van een per
ceel grond in de Komweide niet de Ge.br.
van Tilburg. Waar evenwel alstoen geen
(overeenstemming bestond inzake den prijs
wordt thans definitief besloten een ge
deelte van het perceel Sectie W no, 737
eigendom der gemeente te ruilen met|
een gedeelte van het perceel Sefctie W;
2161 eigendom van Gebr. van Tilburg,
onder voorwaarde dat door deze laatsten
een bedrag van f 100 zal worden bijbe
taald.
1. ADVIEZEN DER FINANCIEELE
COMMISSIE betreffende
a. Subsidie van de R.K. Noord-Bra-
hantschen en Geldersthen Blindenbond
„St Odilia" te Grave. (Stukken 26 a.)
Door de financieele Qommissie wordt
in haar rapport van 26 Mei 1931 het
v dgende medegedeeld
den
Naar aanleiding van een adres van