81 /y^ nemen Dat de weg^lie 1^ 3c3eten( r>p- gaan we moeten de handen ineenslaan. ik wilde zelf ook dat de tijdsomstandig heden anders waren, ik heb twee zoons ■/zéc-ect-*die ook ambtenaar zijn, en wanneer ik1 tegenover hen stond, zou, ik geen ander standpunt weten in te nemen. dhr. HERBERS. Ik ben de meening toe gedaan dat de Wethouder van financiën verplicht is den Raad mede te deelteit^ waarom hij anders heeft gestemd dan in een vorige vergadering. Dius U bent de meening toegedaan dat de financieele toestand der gemeente niet. Islecht iS. dhr MOORS. Gedeputeerde Staten heb L.' tr>ch ook wel kijk op die zaak, en als die een salarisverlaging met het oog) op den toestand der gemeente-finauciën niet noodig achten dan ga ik daarmee ac toord, en bovendien heb ik ook zelf wel' zooveel inzicht in dien financieelen toq Stand der gemeente om te weten wanneer isalaris-verlaging al of niet noodzakelijk 'is dhr. HERBERS. (bij interruptie). Wan neer U niet naar me luistert, dan zeg ('ik! maar liever niets meer. dhr. THEUNISSE. Ik geloof dat deze aangelegenheid in de vergadering van. 20 Febpuari en 8 Mei uitvoerig is behan deld. In de vergadering van 30 Maart zijn de aanmerkingen van Ged. Staten om ad vies in handen der Salaris-Commissie ge tsteld Het advies der Salaris-Commissie was voor mij van dien aard dat ik daar mede onder g een voorwaarde actoord kan gram lk wil thans aan den heer Vogelaar nog wet eens opmerken dat ik er sterk tegen oen, om terwille van dë malaise de sa larissen te gaan inkrimpen. lk heb ter beschikking een willekeurige opgave van ruim 20 gemeenten uit deze Omgeving, en dan zijn de salarissen te [Steenbergen verreweg het laagst. En nu moeten we niet gaan trachten dë ma laise te Steenbergen te bestrijden door de salarissen nog lager te stellen. Dcze| zijn toch reedis zeer bestheiden, en boven, dien is het dwaasheid om aan te nemen dat men door zoo'n loonsverlaging de malaise zou 'kunnen weren. Ik heb me reeds eerder tegen bet voorstel der salaris (Commissie verklaard, en ik sta nog op hetzelfde standpunt. dhr. BASELIER. Ik' ben er voor dat de ambtenaren hun geheele pensioensbijdrage betalen, d|us 81/2 pCt., maar we moeten eerst nagaan in hoeverre dë salarissen; idaartoe de mogelijkheid openen. En bo vendien moeten de organisaties worden ge 6

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1931 | | pagina 93