77 8 MEI 1931 14 f 20 000 voor de werkloosheid. En waar moet het geld vandaan komen Ik ben derhalve van meening dat het voorstel moet worden gehandhaafd, maar ik 2ou de regeling êenst willen doen in gaan op 1 Juli. Dit laatste voorstel wordt voldoende ondersteund, en derhalve aan het rappod der Commissie toegevoegd. dhr. BASELIER. Mijnheer II er hers schiet met spek Ik heb hier jaren jge- Iwerkt om de inkomens beneden f 800^ vrij te krijgen, van belasting, dus als mijnheer Herbers het zoo goed meent met de be lastingbetalers, waarom heelt hij me dan steeds alleen laten staan. Waarom is hij me toen nooit bijgesprongen Mijnheer, vanttt-itoon zegt dat hij als adviseur 'bij de Salaris-Commissie was, maar dat neemt nie' weg dat hij toch in ieder gevaK van de stukken der organisaties had moe ten kennis nemen. Het gaat toch waarach tig niet aan, om zoo maar te'zeggen Daar hebben we geen lijd voor. De ambbtenaren hebben plichten, maar ook rechten, en die moeten we eerbiedigen. Ahi. THEUNISSE. De ambtenaren wor den hier in Steenbergen al bijzonder eigen s. rdig behandeld. Die menschen zitten hier zoowat op de Wip. Zoó kan imen (du vorige vergadering althans dhr. Herben» liooren verkondigen dat de ambtenaren moesten zorgen zoo vlug mógelijk hun diploma te behalen en dan maken dat ze zoo gauw mogelijk wegkwamen. dhr. van LOON. Ik heb een standje, gekregen van dlir. Basclier. Ik was geenl nd van de Salariscommissie, doch meer aan haar toegevoegd als adviseur. Nu zult U zeggen „Waarom hebt U dan nietgead viseerd op de beroepsschriften van de A.R.K.A. Ik heb mijn taak als adviseur zoo opgevat dat ik alleen had te advisee- ren over liet anlwooird dat aan Gjedi. Staten zou worden ingediend, naar aan leiding van hun nota van aanmerkingen De onderhandelingen met de A.R.K.A. hadden redelijkerwijze reeds tevoren inoe ten plaats hebben. Ik 'h eb daarom gemeend alleen maar te moeten bekijken hoe het raadsbesluit ten aanzien van de nota van Ged. 'Staten z? j kunnen worden verdedigd. Wat betreft de stijging van de koop kracht van den gulden. Volgens de laat ste gepubliceerde indexcijfers valt een ge weldige daling in de groothandelprijzen waar te nemen. (Spr. noemt eenige index cij'.er in den groothandel kan niet meer van een duurte worden gesproken. In den kleinhandel kan men dat tengevolge

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1931 | | pagina 79