6 2 3D MAART 1931 16 dhr. BASELIER. De notulen geven maar het voornaamste weer, ze geven niet wéér wat ieder raadslid precies zegt. We kun nen van den ambtenaar niet eischen dat hij alles opneemt. Daar zitten drie heeren van de pers, ik zie ze graag zitten, voor mijn part zaten er zes, maar als deze (hoe ren straks naar huis gaan, zullen ze aile dr'.e een verschillend verslag maken. Danj zou|fflen we op den duur oolc wel aanmer kingen kunnen gaan maken op liet verslag wat in iedere krant voorkomt. Het maken van een verslag is moeilijker dan men dik wijls zou denken. VOORZ. De notulen behoeven eigenlijk alleen in te houden een zakelijke weérgavé van het verhandelde, en voor de rest de formuleering der besluiten. dhr. THEUNISSE. Ik kan best begrijpen dal in de notulen der vergadering van 20 F ebfruari een vergissing is binnen ge sto pen. De stenografen in de lie Kamer wor den als ik mij niet vergis, om de twintig minuten afgelost; in grootere gemeenten worden de ambtenaren die de notulen ver storgen ook voortdurend afgelost en hier zit dezelfde ambtenaar voor een vergade ring die bijna vier uur duurde. Dezelfde ambtenaar verzorgt de notulen reeds vanaf ongeveer 1922; en krijgt zeer weinig aanmerkingen op zijn werk. Wan neer hij niet voldoende actief was, zoul hij voor de vele vergaderingen die hij in al die jaren al heeft genotuleerd we l( meer aanmerkingen hebben gekregen. Ik geioof dat we hier beter een woord van dank aan de notulen maker kunnen bren gen, voor de wijze waarpp hij zich van zijn taak weet te kwijten. dhr. van den BERGH. Ik sluit me vol komen aan bij het gesprokene door den heer Theunisse. v dhr. MOORS. De notulenmaker kan soms geheel ter goeder trouw zijn, maar het kan voor een ander toch beroerde ge volgen hebben, wanneer een gezegdü niei goed wordt weergegeven. Van den heer Swagemakers kan ik het begrijpen aat hij voor zijn belang opkomt, want wan neer fiij door de notulen in een vejip keerd daglicht wordt gesteld, dan is dat minder aangenaam. dhr. SWAGEMAKERS. 't Is allemaal po litiek .li maar ze zullen er niets mloe opschieten dhr. BASELIER. Ik moet zeggen dat ik volkomen tevreden ben over het werk \an mijnheer Hellemons. Een vergissing blijft altijd mogelijk, en wanneer mijnheer Hellemons daar vier uur aan een stuk zit te pennen, dan is hij niet meer opi

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1931 | | pagina 64