61 3 0 HURT 1931 de Raadsvergadering van 20 Februari tleeft plaats gehad. Alhoewel ik reeds meermalen vermoed de dat de notulen niet een juiste weer gave van het gesprokene inhield, werd dat vermoeden ten zeerste versterkt Dij het nalezen der notulen van genoemde! raadsvergadering. Hetgeen door mij op vergadering bij die behandeling van het rapport der salaris- qommissie gezegd, is op lange na niet een weergave van het door mij gp- Isprokene. Eij 'd e behandeling van het rapport der aommissie van Openbare werken ove(r Iden aanleg van trottoirs te Kruisllandj, werd door mij wel duidelijk te kennen gegeven nog dit jaar met den aanleg Idaarvan te beginnen en wanneer de raad (daartegen bezwaar mocht hebben dan Ihet werk over drie of vier jaar te *v|er-> deelen, om zoo over 3 of 4 jaar met het werk gereed te zijn. In de notulen wordt dit aangegeven als zou (door mij zijn voorgesteld met idit werk 4 a 5 jaar te wachten. De stemming over dat punt gaf evenwel voldoende mijn standpunt weer. Ik acht hel overbodig een verzoek tot Uwen Baad te richten, de notulen in dien zin te wij zigen, dat ijiet door mij gesprokene tot dc- ware proportie wordt teruggebracht, want volgens artikel 7 sub 5 van het (reglement van orde is toch alreeds mijn, houding bepaald. Toch meen ik er uwe aandacht op te moeten vestigen wanneer (raadsleden voorstellen indienen,, beo ogen de het algemeen belang der gemeénté waarbij het belang van enkelingen in het gedrang komt, dat zoo'n enkeling uit iden aard zijner positie een zeker prestigie kan ontwikkelen, wat aanleiding kan ge ven, dat relatief het doel, waarna men streeft wordt veronachtzaamd. De handelwijze verdient naar mijnp' meening afkeuring en het zou aanbeveling verdienen dergelijke geste niet in Id e hand te werken, gaarne zag ik in deze vergadering aanteekening van het |gje>- sprokene. VOORZ. Deze opmerking behoorde thuis in het College van Burgemeester en Wet houders. Deze manier van behandeling is niet de juiste. dhr. HERBERS. Het is mij wel eens op gevallen dat het gesprokene door U niet geheel j,uist is weergegeven. Zit daar soms de cens|uur achter 1 Er staat b.v. niet in uat U mij opmerkte „Als het Uw zoon was, enz." Ik wil dat ook deze .scherpe* Uitdrukkingen word'en weergegeven. 15

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1931 | | pagina 63