r 5 3 D MAART 1931 niet meer wat het eertijds was, doch ont- aard door bijkomende misbruiken, ik zeg hefaas, want in vroeger tijd heeft de kermis als een echt volksvermaaK. gegjoU- den en men kan het betreturen dat de kermis als zoodanig vrijwel heeft afge daan; ook hier heeft de geest des tijd» igeen verbetering gebracht dhr. van BERGEN. Dergelijke zaken moeten goed worden overwogen. Het ver zoek van de R.K. Middenvtandsvereeni- ging komt voor de eerste maal ter tafelt,, en het is wel wat gewaagd om daar nu ineens een besluit over te nemen. Als ik (het verzoek van de Middenstand vereeniging onder de oogen zien, aan vind ik, dat er tussclien de regels door ook wel het een en ander te, lezen valt. In. 1897 is door den Raad besloten de lcermis die van ouds viel op den eersten ■Zondag in October in het vervolg te doen houden met den eersten Zondag in Juli. In 1906 werd, natuurlijk op behoor lijke' gronden besloten dat de kermis zou aanvangen op den Woensdag volgende op den eersten Zondag in Juli en eindigen op den daarop volgenden Maandag. Om nu deze kermis ineens te gaan inkrimpen vind ik wel wat te grof aan gepakt. Er is over dit verzoek1 in de gemeente reeds heel wat gemompéld, én daarbij is g ebleken dat het meerendeel dér ingezetenen niet voor inkorting van d<a kermis is. De R.K. Middenstandsvereeniging schrijft dat ze desgewenscht gaarne nereid isj haar verzoek mondeling te Komen toel achten. lik vind dat we daarvoor de ge degenheid moeten openstellen, en daar om iste:1 ik voor dit verzoek naar jje. jVerkeerscommissie te zenden die met dé organisatie kan confereeren. dhr. THEUNISSE ondersteunt dit voor ster. dhr. BASELIER. Is er nog een ander verzoek ingekomen VOORZ. Voor zoover mij bekend niet. dhr. BASELIER. Als men mij vraagt .„(Voed U er zooveel voor om de kermis te wijzigen dan zegi ik „neen." De kermis is niet meer de kermis van Vroeger. De danswoede is zoowat ten top (gestegen. We moeten zorgen dat we méér attracties krijgen, zoodat ook de anaere menschen voldoende van de kermis kun nen genieten. Ik heb diestijds mijn stem er aan gegeven dat op de Markt een,piaats beschikbaar zal worden gesteld voor het H. Hart-beeld. Dit H. Hartbeeld ziet mis schien niemand zoo graag daar staan, ais jluiJt Baselier, maar ik verbond aan mijn 7

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1931 | | pagina 55