8 wei een klein ^eQe uili is niet zoo era. Mijnheer Baselier D_, maar dat li niet zoo erg. Mijnheer Baselier heeft do vorige vergadering voorgesteld den bo de te verhoogen. Kan de heer Baselier mij zeggen hoeveel deze ambtenaar verdient 1 O-iT. BASELIER. Daar ga ik niet op in. ft IM mijn overtuiging dat het salaris! vaa den bode te laag is. Je hebt weer aar dig wat opgeschreven hoor I Ik kan wel Ipiaten zonder dat ik die landkaarten voor me heb. dhr. HERBERS. Dan zal ik' het eens zeggen. Mijnheer Baselier komt hier voor isteJien om het salaris van iemand te ver hoogen en hij weet niet eens wat de be trokkene verdient. De gemeentenode ver dient f 1450 of 29 per week. Bovendien is hij nog controleur van den Raad van 'Arneia een nevenbetrekking waarvan de Raaa niets weet. 'VOORZ. Daar heeft de Raad ook niets mee te maken. dhr. HERBERS. Dit weet ik nog niet. In ieder geval wil ik het hier zeggen. VOORZ. Dan moet ik U opmerken dit hetgeen U zegt onjjuis't is. De node -ie ft een salaris van f 1200 benevens vrij wotnen en f 50 voor het gebruik van een (rijwiel. Herhaaldelijk komt het voor dat Ide bode van 'si morgens 7 tot k avonds! 7 uur in de weer is, en dat winter en zo nier. Wanneer ik naga hetgeen deze (ambtenaar presteert, en hoe hij daarvoor bezoldigd wordt, dan moet ik zeggen dat zijn salaris te laag is. dhr. HERBERS. De bode heeft ook nog Ikioo voor het ophalen van huishuur. VOORZ. Dat weet U wel beter, dhr. BASELIER. Ik ben in mijn leven begonnen als leerling-timmerman, vervol was ik gezel, daarna timmerman en ten slotte iuitvoerder. De gemeentebode is niet alleen een goed vakman, maar vol jgens de informaties die ik heb gekregen kwijt hij zich van zijn taak als bode ook Uitstekend1. Zoo iemand heeft voor mij evenveel waarde als een Ambtenaar van de Secretarie. Mijnheer Herbers wil dal' maar niet inzien. Ach man, je lulti dhr. THEUNISSE. De heer van Loon h^eft gesproken over een pensioensver^ baa. van §1/2 pCt.. Toen destijds alhier) de eerste Commies is benoemd, in de plaats van den heler Verpaalen zijn de is ararissen verminderd. Dit is nog maar drie jaar geiteden, en om nu weer maar e n nieuwe vermindering daarop te sta pelen, dit is een groote onbillijkheid tegen over de ambtenaren. De zaak is trouwens oo.k| onvoldoende bestudeerd om een zoo ingrijpend besluit tte nemen. Ik heb hier li)

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1931 | | pagina 19