/pz.v 18 7 3 OOGT. 1931 zwaar, de consiquentie was voor mij niet te aanvaarden en dank zij mijn inlichting^ oiensl (deze dienst werkt voor mij nog; beter dan een betaalde organisatie) kwam er 31 Augustus, daags voor de wethou- jdersverkiezing, des namiddags 5 uur, eenig licht aan den horizon en werden direct door mij de bordjes verhangen door hel verzoek te richten aan mijn collega's' niet op Herbers maar op den heer van Bergen te stemmen. Dat bij de eerste stem ming 3 stemmen op mij werden uitge bracht was dan ook maar een voorat De- sproken overeenkomst, liet resultaat M. de Voorz. is bekend, men stond verbaasd Volgens mijn bescheiden meening moet de Fractie nog dankbaar zijn. Ik kan dan ook niet nalaten m'ij'n dank te betuigen aan de leden die hebben meegewerkt één tniadenstander als Wethouder aan de groene tafel te brengen, men dient reké- ning te houden, dat met de evenredig^ vertegenwoordiging een wethouderszetet met erfelijk is, zoodat men de wethouders verkiezing als een afgedane zaait aan wor den beschouwd. Waarom heeft het College dat in lijden toen het mogelijk was en niet voor ge- zorju om aan moeilijke tijden het hoofd te bieoen 1 Bij iedere gelegenliéid én vooral in 1920 toen hier de geldverspil ling grenzeloos was, heb ik mijn waar schuwende stem laten hooren, 12 jaar heb ik belangloos mijn beste krachten ge wijd om de geldverspilling tegen te gaan 'zonder resultaat al was men tot bezui niging verplicht. Het Dagelijksch Bestuur is ook verplicht ;M. de V. alles1 mede te doelen. Wannéér er een tekort is moet er niet worden .ge tracht deze naar de Kapitaaldiensl te (Schuiven, de wijze waarop dit geschiedt word uiterst gevaarlijk geacht, hetgeen een indruk wekt dat men niet beseft dat regeeren vooruit zien iiS. Dan wil ik even spreken M. de V. over ae salarisregeling. Door mij wordt ten zeerste betreurd M. de V. dat een korting van 5 pCt. pensioen verhaal een har d nekkige tegenwerking heeft gevonden. Hét was toch een kleine opoffering, temeer oaar het salaris van gemecnte-amlbtena- ten zich nog verheft boven het salaris van personeel in Rijksdienst en waar nu: 31/2 pet. pensioenbijdragen worden ver haald. De minister deelt zelf mede, mwi mag niet uit het oog verliezen de tijds omstandigheden dat een zeer groot deel der bevolking in dezen tijd in inkomsten is achteruitgegaan en bovendien nog zeer onzeker is van de inkomsten die haar voor 18

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1931 | | pagina 189