15 r>
1 3 OCT. 1931
;T/ 7t&4t>r>94L4ts^p e bijidragen door de jongens op te
7
-4 T~
donaties ten gevolge van den slechten
y xO lijn ook al veel minder zijn geworden.
/7 brengen, verhoogen gaat ook niet, om-
r.at het grootste deel dezer jongens voort
komen uit den werkenden stand en deze
r menschen voelen van zelf het hardst don
elkndigen toestand van het oogenblik. Bo
vendien moet het patronaat voor hare uit
voeringen thans ook stedelijke belasting
betalen, wat wordt 'fierekend op f' 200
ongeveer, welk geld dus terug in do ge
meentekas vloeit. Daarbij1 moet door het
patronaat nog f 100, personeele belas
ting betaald worden, welk oedrag ook
terug in de gemeentekas vloeit. Trekt men
dit geld van de toegedachte subsidie a(f
dan blijft voor de gemeente nog j 200 te
betalen over En vinden de heeren dit
bedrag nu voldoende voor een zoo bij uiti
stek nuttig en noodzakelijk werk als de
jeugdbeweging Ls. Er is heel wat noodig
om zoo'n groot aantal jongens 'n geheel
jaar nuttig en aangenaam bezig te hou
den, en ze bovendien nog een heele dosis
kennis van allerlei aard voor bet ver
dere leven mee te geven. Wannéér hét
particulier initiatief te kort schiet, moet
de Overheid bijspringen, en dat most ze
voor een zoo groot werk als de jeugd-i
Vorming is, niet op een bekrompen wij'ze
noen maar ze mag gerust diep in de
Deurs tasten. De zaak is het waard
dhr. HERBERS. Er wordt bijna geen
{vergadering gehouden of er heeft een
vermeerdering van uitgaven plaats. Op het
oogenblik wordt weer maar voorgesteld
om 1' 1000 beschikbaar te stellen dat
is legen een interest van f 18000 De rio1-
ieering en andere werkzaamheden kun
nen niet worden uitgevoerd omdat er
geen geld voor aanwezig Ls. Ik vind d(e
opvoeding der jeugd een zaak van zeer
groot belang en daarom Den ik er voor
flit werk te subsidieeren.
Om nu echter weer maar een post
van f 500 op de begrooting te zetten,
zona er dat er iets gevraagd is gaal mij
leen te ver. De verdeeling van zoo'n be
drag kan toch zoo maar niet aan B.
en W. worden overgelaten. Wanneer an
dere jeugdvereenigingen eveneéns subsi
die wenschen, moeten ze zich miet hun
aanvrage wenden tot den Raad en niet
tol E. en W. Die binnenkamerspolitiek
moet afgeloopen zijn.
De heer Overheijden wil de subsidie op
voeren, ik zou daarmee acooord kunnen
gann, maar we moeten ook bronnen vani
inkomsten kunnen aanwijzen.
De financieele Commissie wijst in haar