1 3 OCT. 1931 5 2 die heele reserve iju maar worden aangó isproken of moet men zich met cLe rente tevreden stellen. Van dezen intrest moét toe.1 de bedeeling geschieden. Er is wél eens een jaar geweest dat jet Burgerlijk Armbestuur met een klein .overschot werkte, doch dit is toen ge reserveerd voor den slecuten tijd. Ik zou dhr. Overheijden in overweging willen geven om wanneer hij dergelijke dingen heeft, daarmee naar hel Burgerlijk [Armbestuur te komen. Het uitoefenen van een ongewettigde kritiek is1 onjuist. ahr. van HOOIJDONK. Was het naar aanleiding van het gezegde van dhr. Over heijden niet goed om de bedieelingislijstén eens aan den Raad ter inzage te geven. Men hoort zoo van buiten af wel eens dat deze of gene een uitkeeringi krijgt dié het niet noodig heeft, terwijl weer ande ren die er wel behoefte aan hieblnén wor' den afgewezen. Wanneer we de bédéé- tingslijisten nu eens kunnen inzien, kun nen we onszelf overtuigen. VOORZ. Die lijisten kunt U ter inzage krijgen. Overigens raad ik U aan, om U in voorkomende gevallen in verbinding te Steden met den Secretaris Penningmeester Viii het Burgerlijk Armbestuur die U wel zal willen inlichten. ahr. HEBBERS. De mogelijkheid is niet uitgesloten dat eenig! misverstand be staat tusschen Burgerlijk en Kerkelijk Arm bestuur. Van het Burgerlijk Armbestuur zijn steeds gegevens te krijgen. d. Verzoek van de R.K. Militaire Vereeniging te Breda om subsidie met rapport der financieele Commissie. (Stukken no. 52 a.) Door de financieele Commissie wordt in haar rapport het vJblgende medegie 'deeld „Door de R. K. Militaire vereenigingi te Breda werd aan den Raad een adres gericht om een subsidie van f 50 over 1932 wel* adres in handen is gesteld vanj d)e financieele Commissie. Een gelijk verzoek werd vorig jaar door den Raad afgewezen mede op advies van de finan. Comm. omdat men van oor deel was dat vanuit deze gemeente slechts weinig militairen Breda als garnizoens plaats hebben. Het is de commissie evenwel na onder zoek gebleken dat ook een niet' gering aantal van de door deze gemeente te le veren militairen in de garnizoensplaats Breda terecht komen. De commissie wil daarom Uwen Raad adviseeren ook voor de R.K. Militaire Ver

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1931 | | pagina 154