1 5 O 1 3 OCT. 1931' 2 c. Verzoek d.d. 1 October 1931 van J Theimisse om te mogen spreken naar aanleiding van hetgeen door het lid M. P. Overheijden in de vorige vergade ring is gezegd over het Burgerlijk Arm bestuur. ^Stukken no. 76.) dhr. THEUNISSE. Ik ben op de ver- geaering der financieele Commissie waar op Rekening vati het Burgerlijk Arm bestuur werd nagezien, niet tegenwoordig geweest. Ware dit well het geval geweest, het Rapport zou er wellicht anders hebben uitgezien. De heer Overheijden zegt op de Reké ning niets te zeggen te hebben, doch naar ruim bescheiden meening zegt dhr. Over heijden nogal heel wat. Als dhr. Over- ueijden de inkomsten en uitgaven over 1 930 had nagegaan, wat hij blijkbaar n ie l heeft gedaan, zou hij hebben gezien dat het Armbestuur op het laatst van 1930 een aanmerkelijk douceurtje heeft genré- genen uu gaat het toch niet aan, en het zou ook geen wijs beleid zijn van het Burgerlijk Armbestuur om dan direct maar een bijzondere gulheid te betrachten. Had -iel Armbestuur de evengenoemde geldén niet ontvangen dan zou. de Rekening een nao.eelig saldo hebben aangewezen. Overi gens zal ik er ook piet veel van zeg gen, doch het heelle betoog van dhr. Overheijden komt mij zoo voor als een onnoodig breed gebaar, en getuigt van zeer weinig waardeering der belangeloos verrichte werkzaamheden van het Bur gerlijk Armbestuur. dhr. Overheijden geeft ook nog eenige wenken aan het adres van het Burgerlijk Armbestuur, die zuilen wel in dank zijn aanvaard, want die zijn zoo oud als de we reld en zullen wel voor kennisgeving wor oen aangenomen. De heer van Loon ziet de toestand van het Burgerlijk Armbestuur beter in dar den heer Overheijden. Wat dhr. van I.oon heeft gezegd heb ik ook gehoord van andere parochiale Armbesturen en is het dus voor het Burgerlijk Armbestuur maar het best paraat te zijn, gelijk hel m.i. steeds was. Ten slotte meen ik de tolk te zijn van hel Burgerlijk Armbestuur als ik zeg vrat het Armbestuur zich voor goede raad gevingen houdt aanbevolen; bespaar het' echter als goede raadsleden ondank en ennoodige kritiek want daarvan profiteert I/el van andere zijde overvloedig. dhr. OVERHEIJDEN. Met belangstel ling heb ik geluisterd naar de woorden

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1931 | | pagina 152